NJ 1932, p. 168
Vordering nietigverklaring arbitrale uitspraak. Uitspraak over zaken, welke niet zijn geëischt. Nietigverkl. voor een gedeelte. Namen en woonplaatsen van partijen. Gekozen woonplaats.
HR 11-12-1931, ECLI:NL:HR:1931:279, m.nt. Prof. Mr. Paul Scholten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 december 1931
- Magistraten
Mrs. Visser, Kosters, van den Dries, van Gelein Vitringa, Kranenburg
- Zaaknummer
[11121931/NJ_1932,_p._168]
- Conclusie
Mr. Besier
- Noot
Prof. Mr. Paul Scholten
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS153004:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1931:279, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑12‑1931
- Wetingang
Essentie
Vordering nietigverklaring arbitrale uitspraak. Uitspraak over zaken, welke niet zijn geëischt. Nietigverkl. voor een gedeelte. Namen en woonplaatsen van partijen. Gekozen woonplaats.
Samenvatting
Een opdracht aan scheidslieden om zekere goederen te verdeden brengt niet mede hun bevoegdheid om, ongevraagd, de schadevergoeding in geval van niet-uitvoering der daaromtrent gegeven beslissing vast te stellen, zoodat de arbiters, zulks toch doende, uitspraak zouden hebben gedaan omtrent zaken, welke niet waren geëischt.
Het is niet in te zien, waarom art. 649 Rv. niet zou toelaten om, indien daartoe aanleiding bestaat, een arbitrale beslissing voor een deel nietig te verklaren. Het Hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.