Richtlijn 2006/41/EG wijziging van Richtlijn 91/414/EEG teneinde clothianidin en pethoxamide op te nemen als werkzame stoffen
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-08-2006
- Bronpublicatie:
07-07-2006, PbEG 2006, L 187 (uitgifte: 08-07-2006, regelingnummer: 2006/41/EG)
- Inwerkingtreding
01-08-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2006, PbEG 2006, L 187 (uitgifte: 08-07-2006, regelingnummer: 2006/41/EG)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
(Voor de EER relevante tekst)
Richtlijn van de Commissie van 7 juli 2006 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde clothianidin en pethoxamide op te nemen als werkzame stoffen
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (1), en met name op artikel 6, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
België heeft overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG op 26 september 2001 van Sumitomo Chemical Takeda Agro Company Ltd London een aanvraag ontvangen tot opneming van de werkzame stof clothianidin in bijlage I bij die richtlijn. Bij Beschikking 2002/305/EG van de Commissie (2)is bevestigd dat het dossier ‘volledig’ is, dat wil zeggen dat het in beginsel voldoet aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij Richtlijn 91/414/EEG.
- (2)
Duitsland heeft overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG op 16 oktober 2000 van Stähler Agrochemie GmbH & Co. KG (nu Stähler International GmbH & Co. KG) (namens de Taskforce Stähler Agrochemie GmbH & Co. KG, Tokuyama Europe GmbH en Tomen France SA) een aanvraag ontvangen tot opneming van de werkzame stof pethoxamide in bijlage I bij die richtlijn. Bij Beschikking 2001/626/EG van de Commissie (3)is bevestigd dat het dossier ‘volledig’ is, dat wil zeggen dat het in beginsel voldoet aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij Richtlijn 91/414/EEG.
- (3)
De uitwerking van deze werkzame stoffen op de gezondheid van de mens en op het milieu is overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 91/414/EEG beoordeeld voor de door de aanvragers voorgestelde toepassingen. De als rapporteur aangewezen lidstaten hebben op 4 juni 2003 (clothianidin) respectievelijk op 27 augustus 2002 (pethoxamide) bij de Commissie een ontwerp-evaluatieverslag ingediend.
- (4)
De ontwerp-evaluatieverslagen zijn door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid. Dit onderzoek is op 27 januari 2006 afgesloten met evaluatieverslagen van de Commissie over clothianidin en pethoxamide.
- (5)
Bij het onderzoek van clothianidin en pethoxamide zijn geen vragen of problemen aan het licht gekomen waarover het Wetenschappelijk Comité voor planten of de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid — die de rol van dit comité heeft overgenomen — moest worden geraadpleegd.
- (6)
Uit de verschillende analysen is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), en lid 3, van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, met name voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in de evaluatieverslagen van de Commissie. Clothianidin en pethoxamide moeten derhalve in bijlage I bij die richtlijn worden opgenomen om ervoor te zorgen dat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten, in alle lidstaten kunnen worden toegelaten overeenkomstig het bepaalde in die richtlijn.
- (7)
Onverminderd de verplichtingen zoals vastgelegd in Richtlijn 91/414/EEG ten gevolge van de opneming van een werkzame stof in bijlage I, moeten de lidstaten na de opneming zes maanden de tijd krijgen om de bestaande voorlopige toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die clothianidin of pethoxamide bevatten, opnieuw te onderzoeken en ervoor te zorgen dat aan de voorwaarden van Richtlijn 91/414/EEG, met name in artikel 13 en bijlage I, is voldaan. De lidstaten moeten de bestaande voorlopige toelatingen omzetten in volwaardige toelatingen, wijzigen of intrekken overeenkomstig het bepaalde in die richtlijn. In afwijking van bovenstaand tijdsbestek moet een langere termijn worden vastgesteld voor de indiening en beoordeling van het volledige dossier conform bijlage III bij Richtlijn 91/414/EEG voor elk gewasbeschermingsmiddel en elke beoogde toepassing overeenkomstig de in die richtlijn vastgestelde uniforme beginselen.
- (8)
Richtlijn 91/414/EEG moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
- (9)
De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: