NJ 2016/5
Bezwaarschriftprocedure cfm art. 7 Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden: in beginsel geen vergoeding kosten rechtsbijstand cfm art. 591a Sv.
HR 22-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2756, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 september 2015
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst., B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, E.S.G.N.A.I. van de Griend
- Zaaknummer
15/02947
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
J.M. Reijntjes
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS110674:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Penitentiair recht / Bijzondere onderwerpen
Penitentiair recht / Rechtspositie gedetineerde
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2756, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1877, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑07‑2015
- Wetingang
Essentie
Cassatie in het belang der wet.
De HR heeft in HR NJ 2013/402 geoordeeld dat indien een zaak is geëindigd in een sepot, een beklag cfm art. 12 Sv niet gegrond is verklaard of de zaak na gegrondverklaring van zo’n beklag is geëindigd zonder straf, maatregel of toepassing van art. 9a Sr, de kosten van rechtsbijstand cfm art. 591a Sv kunnen worden vergoed.
Voor de vergoeding van kosten voor rechtsbijstand in een bezwaarschriftprocedure cfm art. 7 Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden is (bij gegrondverklaring) alleen ruimte indien de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.