Rb. Breda, 25-10-2006, nr. 152534/HAZA05-1773
ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ5955
- Instantie
Rechtbank Breda
- Datum
25-10-2006
- Zaaknummer
152534/HAZA05-1773
- LJN
AZ5955
- Roepnaam
Autodesk/Aztec
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Auteursrecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Modellen- en merkenrecht
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBBRE:2006:AZ5955, Uitspraak, Rechtbank Breda, 25‑10‑2006; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Vindplaatsen
Computerrecht 2007, 47 met annotatie van T.E. Deurvorst
Uitspraak 25‑10‑2006
Inhoudsindicatie
Computerprogramma’s; art. 45k Auteurswet. Rechtmatigheid beslag; gedaagde had toestemming gegeven om computers te laten onderzoeken; verweer dat toestemming niet in vrijheid kon worden gegeven omdat door de inbeslagname van de computers de bedrijfsvoering zou worden stilgelegd, wordt verworpen nu gedaagde de keuze had het onderzoek te weigeren en in kort geding opheffing van het beslag te vorderen.
RECHTBANK BREDA
Sector civiel recht
Team handelsrecht
Enkelvoudige Kamer
zaak/rolnr.: 152534/HA ZA 05-1773
Vonnis d.d. 25 oktober 2006
inzake
de rechtspersoonlijkheid hebbende vennootschap naar het recht van de staat Delaware (V.S.) AUTODESK INC.,
gevestigd en kantoorhoudende te San Rafael,
e i s e r e s bij dagvaarding van 29 september 2005,
procureur: mr. A. Oomen,
advocaat: mr. T.F.W. Overdijk te Amsterdam,
t e g e n
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AZTEC ENGINEERING B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid AZTECON INTERNATIONAL B.V.,
3. de stichting STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR AZTECON INTERNATIONAL,
allen gevestigd en kantoorhoudende te Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand,
g e d a a g d e n,
procureur: mr. B.F.J. Bollen,
advocaat: mr. K.V.A.J.M.M. Schobben te ‘s-Hertogenbosch.
Eiseres wordt hierna mede aangeduid als Autodesk. Gedaagden worden hierna mede gezamenlijk aangeduid als Aztec c.s. en afzonderlijk als Aztec, Aztecon B.V. en stichting Aztecon.
1. Het verloop van het geding
1.1 Dit blijkt uit de volgende overgelegde processtukken:
- de dagvaarding met producties 1 t/m 7, waaronder beslagstukken,
- de akte vermeerdering van eis,
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 21,
- de conclusie van repliek, tevens houdende vermeerdering van eis, met produc-ties 8 t/m 11,
- de conclusie van dupliek, tevens houdende akte uitlating vermeerdering van eis,
- de akte houdende overlegging nadere producties van de zijde van Autodesk, met producties 12 t/m 16,
- het audiëntieblad van de zitting van 31 augustus 2006, waaruit blijkt dat mr. Overdijk een akte met producties 12 t/m 16 heeft genomen en mrs. Overdijk en Schobben in de zaak hebben gepleit, en de daarbij gevoegde pleitnotities van beide raadslieden en de akte met producties van mr. Overdijk.
1.1Ten slotte is vonnis bepaald.
2. Het geschil
2.1 Autodesk vordert, na vermeerderingen van eis, om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. te verklaren voor recht dat Aztec c.s. inbreuk hebben gemaakt op de auteurs- en merkrechten van Autodesk op de computerprogrammatuur waarvan in hun bedrijf illegale versies zijn aangetroffen en dat Aztec c.s. deswege tegenover Autodesk schadeplichtig zijn geworden;
2. Aztec c.s. te bevelen zich binnen 24 uur na de betekening van het in dezen te wijzen vonnis te onthouden van iedere inbreuk op de auteursrechten van Autodesk als omschreven in het lichaam van de dagvaarding;
3. Aztec c.s. te bevelen zich binnen 24 uur na de betekening van het in dezen te wijzen vonnis te onthouden van iedere inbreuk op de merkrechten van Autodesk als omschreven in het lichaam van de dagvaarding;
4. Aztec c.s. te bevelen om binnen 3 werkdagen na de betekening van het in deze te wijzen vonnis alle in hun bezit zijnde dragers met inbreukmakende verveelvoudigingen van de Autodesk-programmatuur aan Autodesk af te geven, of onder controle van een door Autodesk aan te wijzen deurwaarder en onafhankelijke informatica-deskundige te (doen) wissen;
5. te bepalen dat, indien Aztec c.s. met de naleving van de onder 2 t/m 4 gevraagde bevelen in gebreke blijven, Aztec c.s. hoofdelijk, des de één betalende de ander(en) gekweten zijnde, aan Autodesk een onmiddellijk opeisbare dwangsom van euro 100.000,= zullen verbeuren voor iedere overtreding van ieder afzonderlijk bevel, alsmede een dwangsom van euro 10.000,= voor iedere dag dat de overtreding van ieder van deze bevelen zal voortduren;
6. Aztec c.s. hoofdelijk, des de één betalende de ander(en) gekweten zijnde, te veroordelen binnen 7 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis aan Autodesk een voorschot op vergoeding van de door Autodesk geleden schade te betalen, groot euro 48.932,60, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
7. Aztec c.s. hoofdelijk, des de één betalende de ander(en) gekweten zijnde, te veroordelen tot algehele vergoeding aan Autodesk van de door Autodesk geleden schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
8. Aztec c.s. hoofdelijk, des dat de één betalende de ander(en) gekweten zijnde, te veroordelen de door hen ten gevolge van de inbreuk genoten winst aan Autodesk af te dragen en dienaangaande rekening en verantwoording af te leggen;
9. Aztec c.s. hoofdelijk, des de één betalende de ander(en) gekweten zijnde, te veroordelen in de kosten van deze procedure, de kosten van beslaglegging (ad euro 2.163,40 + p.m.) daaronder begrepen.
2.2 Aztec c.s. weerspreken de vorderingen.
3. De beoordeling
3.1 Deze rechtbank is bevoegd van de vorderingen op grond van de Eenvormige Beneluxwet op de Merken (hierna BMW) kennis te nemen aangezien Aztec, Aztecon BV en stichting Aztecon hun woonplaats in dit arrondissement hebben.
3.2 Tussen partijen staan de volgende feiten vast:
a. Autodesk drijft een onderneming die zich richt op en bezighoudt met de ontwikkeling en verkoop van computerprogrammatuur voor uiteenlopende doeleinden, in het bijzonder voor assistentie bij ontwerpprocessen van uiteenlopende aard.
b. Autodesk is auteursrechthebbende op de computerprogramma’s AutoCAD 2002, AutoCAD LT 2002, AutoCAD 14 en Inventor Pro 8.
c. Autodesk is houdster van de Benelux merkrechten AUTODESK en AUTOCAD.
d. Aztec is een onderneming die zich met name toelegt op het detacheren van technici.
e. Na verkregen verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft Autodesk op 16 september 2005 beslag tot afgifte doen leggen op een drietal in het kantoor van Aztec aanwezige computersystemen, waarop de programma’s AutoCAD LT 2002, AutoCAD 2002, AutoCAD 14 en Inventor Pro 8 zijn geïnstalleerd, en deze zaken in gerechtelijke bewaring doen geven aan de daartoe benoemde bewaarder Mercey B.V.
f. Ten tijde van de beslaglegging had Aztec op de bij haar aanwezige computers de volgende computerprogramma’s van Autodesk geïnstalleerd:
- 2 x AutoCAD LT 2002
- 2 x AutoCAD 2002
- 1 x AutoCAD 14
- 1 x Inventor Pro 8
g. Aztec beschikte ten tijde van de beslaglegging over de navolgende licenties:
- 1 x AutoCAD LT 97
- 1 x AutoCAD LT 2000i
- 1 x AutoCAD LT 2002 (upgrade)
- 1 x AutoCAD 14
- 1 x AutoCAD 2002 (upgrade)
i. De licentieovereenkomsten met betrekking tot de programma’s AutoCAD 2002 en AutoCAD LT 2002 bevatten de volgende bepalingen over back-up kopieën en upgrades:
“Reservekopie: Ongeacht de softwareversie die u heeft aangeschaft mag u slechts één reservekopie (backup copy) van de Software maken. Een dergelijke reservekopie mag niet op een andere computer geïnstalleerd worden tenzij de betreffende computer een partitie is van de harde schijf van een server waartoe alleen de rechtmatige verkrijger toegang heeft. De reservekopie mag hoe dan ook niet worden gebruikt of geïnstalleerd zolang een andere kopie van de software is geïnstalleerd op een computer. Indien de Documentatie in gedrukte vorm is geleverd, mag deze niet worden gekopieerd. Indien het Documentatie betreft in elektronische vorm, dan mag deze niet elektronisch gedupliceerd worden. U mag echter wel één (1) exemplaar afdrukken, dat niet gekopieerd mag worden.
Upgrades: Indien deze Software is aangeduid als een upgrade (“Nieuwe versie”) van eerder aan u in licentie gegeven software (“Vorige versie”) dient u alle exemplaren van de Vorige versie, waaronder exemplaren die nog op uw vaste schijf staan, te vernietigen en de hardwareblokkering -indien aanwezig- welke bij de eerder aan u in licentie gegeven software is geleverd te retourneren (tenzij Autodesk u uitdrukkelijk laat weten dat de hardwareblokkering gebruikt dient te worden bij de upgrade) binnen zestig (60) dagen na aanschaf van de Nieuwe versie. Autodesk behoudt zich het recht voor om van u te verlangen dat u afdoende bewijs toont dat de Vorige versie vernietigd is. Indien de hardwareblokkering niet binnen de gestelde termijn is geretourneerd, behoudt Autodesk zich zonder enige beperking het recht voor om u kosten in rekening te brengen en dient u het verschil tussen de prijs van de Nieuwe versie en de aanbevolen detailhandelsprijs van de Software te voldoen. Aanwezige software updates welke door Autodesk of een wederverkoper aan u zijn verstrekt in het kader van de aan u in licentie gegeven software krachtens deze overeenkomst zijn onderworpen aan de voorwaarden van deze Overeenkomst tenzij op het tijdstip van levering anders is aangegeven.
Niettegenstaande het voorgaande, is u het behoud toegestaan van en hoeft u niet over te gaan tot vernietiging van de Vorige versie, en is het u toegestaan de Vorige versie te gebruiken uitsluitend voor zover dit nodig is (1) om de hierbij gelicentieerde Nieuwe versie te installeren en (2) voor reservedoeleinden om de hierbij gelicentieerde Nieuwe versie opnieuw te installeren als de eerste installatie mislukt. In geen geval mag u de Vorige versie anderszins gebruiken.”
j. In geval van een upgrade van een bestaande versie van een computerprogramma naar een nieuwere versie, worden de licentievoorwaarden waaronder de vervangen versie mag worden gebruikt mede beheerst door de licentievoorwaarden voor de upgrade.
3.3 Tussen partijen is in confesso dat de vorderingen tegen Aztecon BV en stichting Aztecon dienen te worden afgewezen, zodat dienovereenkomstig zal worden beslist.
Auteursrecht
3.4 Autodesk stelt dat Aztec inbreuk maakt op haar auteursrechten omdat Aztec zonder toestemming de computerprogramma’s AutoCAD 2002, AutoCAD LT 2002, AutoCAD 14 en Inventor Pro 8 van Autodesk heeft verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt.
AutoCAD 2002
3.5 Autodesk stelt dat Aztec het programma AutoCAD 2002 twee maal heeft geïnstal-leerd terwijl Aztec maar over één licentie beschikt.
3.6 Aztec voert aan dat het haar op grond van artikel 45k Auteurswet is toegestaan om naast de werkversie een back-up voorhanden te hebben.
3.7 Dit verweer wordt verworpen. Op grond van artikel 45k Auteurswet wordt niet als inbreuk op het auteursrecht op een werk als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder 12°, beschouwd de verveelvoudiging, vervaardigd door de rechtmatige gebruiker van eerder genoemd werk, die dient als reservekopie indien zulks voor het met dat werk beoogde gebruik noodzakelijk is.
3.8 Aztec had naar het oordeel van de rechtbank echter door installatie van de op cd-rom aangeschafte software op de harde schijf in feite reeds de cd-rom als reservekopie voorhanden. Tussen partijen staat vast dat Aztec de extra versie van het programma AutoCAD 2002 op een computer heeft geïnstalleerd. Het lag op de weg van Aztec om feiten of omstandigheden te stellen op grond waarvan blijkt dat het voorhanden hebben van een reservekopie op de harde schijf noodzakelijk is voor het beoogde gebruik van het computerprogramma AutoCAD 2002. Nu zij dit heeft nage-laten, is het verweer onvoldoende feitelijk onderbouwd.
3.9 Aztec handelde dan ook in strijd met het auteursrecht van Autodesk.
AutoCAD LT 2002
3.10 Autodesk stelt dat Aztec het programma AutoCAD LT 2002 twee maal heeft geïnstalleerd terwijl Aztec maar over één licentie beschikt.
3.11 Het door Aztec gevoerde verweer dat het haar op grond van artikel 45k Auteurswet is toegestaan om naast de werkversie een back-up voorhanden te hebben, wordt op dezelfde gronden verworpen als hiervoor in r.o. 3.7 en 3.8 reeds overwogen. Aztec handelde derhalve in strijd met het auteursrecht van Autodesk.
AutoCAD 14
3.12 Autodesk stelt dat Aztec het programma AutoCAD 14 op één van haar computers heeft geïnstalleerd terwijl Aztec een upgrade naar het programma AutoCAD 2002 heeft gekocht, zodat op grond van de onder 3.2 sub i. genoemde licentievoorwaarden met deze upgrade de voorgaande versie AutoCAD 14 is komen te vervallen en sprake is van inbreuk op haar auteursrecht.
3.13 Aztec voert aan dat zij AutoCAD 14 op grond van artikel 45k Auteurswet en de hiervoor onder 3.2 sub i. genoemde licentievoorwaarden met betrekking tot AutoCAD 2002, als back-up op haar computersysteem voorhanden mag hebben.
3.14 Dit verweer wordt verworpen. Op grond van genoemde licentievoorwaarden is het Aztec toegestaan de oudere versie AutoCAD 14 te gebruiken uitsluitend voor zover dit nodig is om de gelicentieerde upgrade te installeren en voor reserve (back-up) doeleinden om de gelicentieerde upgrade opnieuw te installeren als de eerste installatie mislukt. Aztec stelt niet dat zij de upgrade nog niet heeft geïnstalleerd dan wel dat de eerste installatie van de upgrade is mislukt. Dit betekent dat Aztec op grond van de licentievoorwaarden de oudere versie AutoCAD 14 had dienen te vernietigen.
3.15 Op grond van artikel 45k Auteurswet is het Aztec evenmin toegestaan het programma AutoCAD 14 als back-up voorhanden te hebben.
3.16 Aztec stelt dat zij het programma AutoCAD 14 niet meer gebruikt omdat dit programma door de upgrade is vervangen door het veel moderne programma AutoCAD 2002. Nu het programma AutoCAD 14 niet meer wordt gebruikt, is artikel 45k Auteurswet niet van toepassing.
3.17 Voor zover Aztec bedoelt te stellen dat AutoCAD 14 als back-up nodig is ten behoeve van het gebruik van de upgrade AutoCAD 2002, geldt het volgende. Aangenomen wordt, nu het tegendeel niet is gesteld of gebleken, dat Aztec de cd-rom van het programma AutoCAD 14 als reservekopie voorhanden heeft. Tussen partijen staat vast dat Aztec het programma AutoCAD 14 na de upgrade nog steeds op een computer heeft geïnstalleerd. Het lag op de weg van Aztec om feiten of omstandigheden te stellen op grond waarvan blijkt dat het voorhanden hebben van een reservekopie op de harde schijf noodzakelijk is voor het beoogde gebruik van het computerprogramma AutoCAD 2002. Nu zij dit heeft nage-laten, is het verweer onvoldoende feitelijk onderbouwd.
3.18 Aztec handelde dan ook in strijd met het auteursrecht van Autodesk.
Inventor Pro 8
3.19 Tussen partijen staat vast dat Aztec het programma Inventor Pro 8 heeft geïnstalleerd zonder over een geldige licentie te beschikken.
3.20 Door de installatie van dit computerprogramma handelt Aztec in strijd met het auteursrecht van Autodesk.
Merkrecht
3.21 Autodesk stelt dat Aztec inbreuk maakt op haar merkrechten in de zin van artikel 13A lid 1 sub a, b en c BMW, omdat Aztec in opdracht van derden tekent en er in veel gevallen zal worden gemeld dat men de tekeningen met AutoCAD vervaardigt.
3.22 Autodesk stelt niet nader in welk opzicht er merkinbreuk zou plaatsvinden. De stelling dat sprake is van inbreuk op de merkrechten van Autodesk wordt dan ook als onvoldoende gemotiveerd gepasseerd.
De vorderingen op grond van het merkrecht worden dan ook afgewezen.
Schade
3.23 Autodesk stelt dat zij als gevolg van de inbreuk op haar auteursrechten de navolgende schade heeft geleden:
a. omzet- en winstderving als gevolg van het gemis van gebruikelijke inkomsten uit de verkoop van computerprogramma’s in de vorm van full copies en upgrades.
b. winstderving als gevolg van de aantasting en uitholling van de exclusiviteit van haar auteursrecht en de neerwaartse prijsdruk die ontstaat door het op de markt verkrijgbaar zijn van die inbreukmakende software;
c. de algemene buitengerechtelijke kosten die gemaakt dienen te worden ter voorkoming en vervolging van de handel in en het gebruik van inbreukmakende software, zoals het BSA lidmaatschap, maar ook het in dienst hebben van zogenaamde license-company-managers, die verantwoordelijk zijn voor het bestrijden van illegale Autodesk software in hun regio.
Autodesk stelt dat de totale schade euor 47.100,= bedraagt en gaat daarbij uit van 200% van de aanschafprijs van legale versies en upgrades van de bij Aztec aangetroffen illegale software (het zogenaamde “double damageprincipe”).
3.24 Aztec betwist dat Autodesk schade wegens gederfde licentie-inkomsten heeft geleden omdat zij kort gezegd de programma’s AutoCAD 2002, AutoCAD LT 2002 en AutoCAD 14 niet heeft gebruikt en het programma Inventor Pro 8 slechts gedurende een korte tijd.
3.25 Dit verweer wordt verworpen. Met Autodesk is de rechtbank van oordeel dat Autodesk wel degelijk schade wegens gederfde licentie-inkomsten heeft geleden. Immers, om de software AutoCAD 2002, AutoCAD LT 2002 en Inventor Pro 8 te mogen installeren en AutoCAD 14 na de upgrade geïnstalleerd te houden, had Aztec licenties nodig en nu Aztec deze licenties niet heeft aangeschaft, is Autodesk licentie-inkomsten misgelopen. Dat Aztec vervolgens niets met deze programma’s heeft gedaan doet hier niet af aan. Enkel de installatie is voldoende om de verplichting tot vergoeding van de licentievergoedingen te doen ontstaan. Aztec voert nog aan dat zij een gratis trialversie van het programma Inventor Pro 8 had kunnen downloaden, doch dit is niet relevant, nu Aztec kennelijk om haar moverende redenen niet voor deze mogelijkheid heeft gekozen.
3.26 Autodesk stelt dat de door haar geleden schade wegens gederfde licentie-inkomsten euro 23.550,= bedraagt en zij berekent dit bedrag als volgt. Voor de aangetroffen computer-programma’s had Aztec normaal gesproken licenties en upgrades moeten aanschaffen. Voor AutoCAD 14 (2 upgrades) en AutoCAD 2002 (1 upgrade) bedraagt de prijs van een licentie eur 4.500,= exclusief BTW per stuk en voor de upgrade geldt een aanschafprijs van euro 1.050,= exclusief BTW per stuk. Voor AutoCAD LT 2002 (1 upgrade) bedraagt die prijs euro 1.200,= exclusief BTW, respectievelijk euro 400,= exclusief BTW, terwijl voor Inventor Pro 8 (1 upgrade) een prijs van euro 7.600,= exclusief BTW, respectievelijk euro 2.200,= exclusief BTW geldt. Wegens gemis van gebruikelijke inkomsten lijdt zij derhalve schade tot een bedrag van euro 17.800,= terzake licenties en euro 5.750,= terzake upgrades, aldus Autodesk.
3.27 Aztec voert aan dat Autodesk ten onrechte bij de berekening van de schade uitgaat van de kosten van een oud softwarepakket vermeerderd met de kosten van de upgrades, in plaats van de kosten per softwarepakket.
3.28 Dit verweer wordt verworpen. Niet door Aztec is betwist dat zij de betreffende programma’s gedurende een aantal jaren geïnstalleerd heeft gehad. Met Autodesk is de rechtbank van oordeel dat bij de berekening van de gederfde licentie--inkomsten dient te worden uitgegaan van de kosten die Aztec zou hebben betaald bij aanschaf van de eerste versie en van de upgrades die zij vervolgens zou hebben moeten aanschaffen om te komen tot de versies die zij op het moment van beslag op haar computers had geïnstalleerd.
3.29 Het verweer van Aztec dat Autodesk uitgaat van te hoge prijzen wordt eveneens verworpen. De door Aztec genoemde (lagere) aankoopprijs van de AutoCAD in 1997 is niet relevant omdat de inbreukmakende versie niet in 1997 zou zijn gekocht. De door Aztec als productie 21 overgelegde (lagere) prijzen in 2006 van de AutoCAD LT 2006, AutoCAD 2006 en Autodesk Inventor Professional 10 zijn evenmin relevant, omdat de genoemde software niet dezelfde versie als de inbreukmakende software betreft, welke overigens ook niet in 2006 zou zijn gekocht.
3.30 Aztec betwist dat Autodesk het volledige bedrag aan licentievergoedingen zou hebben ontvangen omdat een groot deel van de vergoeding toekomt aan het distributiekanaal. Autodesk stelt daartegenover dat zij ook rechtstreeks, via internet, haar software verkoopt en dezelfde prijs hanteert als de dealers. Aztec betwist bij gebrek aan wetenschap dat Autodesk haar software via internet verkoopt.
Nu het op de weg van Autodesk had gelegen haar stelling feitelijk te onderbouwen, staat niet vast dat Autodesk de volledige licentievergoeding zou hebben ontvangen.
3.31 Echter, Autodesk vordert tevens afdracht van de door Aztec gemaakte winst en volgens Autodesk stemt de door Aztec genoten winst overeen met de door Aztec bespaarde licentiever-goedingen voor de aangetroffen inbreukmakende versies, te weten het bedrag van euro 23.550,=.
3.32 Het verweer van Aztec dat Autodesk de licentievergoedingen niet volledig zelf zou ontvangen is in het kader van de vaststelling van de omvang van de door Aztec genoten winst niet relevant. Door inbreuk te maken op de auteursrechten van Autodesk heeft Aztec de volledige licentievergoedingen bespaard. Het bedrag terzake van de door Aztec genoten winst ten gevolge van de inbreuk bedraagt derhalve euro 23.550,=.
3.33 Nu de schade bestaande in gederfde winst met betrekking tot de verkochte inbreukmakende producten niet mag cumuleren met de winstafdracht en Autodesk de keus uit de twee heeft, hetgeen overigens tussen partijen niet in geschil is, en de beide vorderingen volgens Autodesk even groot zijn, wordt het vaststaande bedrag van euro 23.550,= terzake winst toegewezen.
3.34 Het standpunt van Aztec dat de winstafdracht in het kader van artikel 27a Auteurswet slechts toewijsbaar is indien sprake is van inbreuk te kwader trouw, oordeelt de rechtbank niet relevant omdat de inbreuk bewust moet zijn gemaakt en dus te kwader trouw was.
3.35 Aztec betwist dat zij aansprakelijk is voor de onder 3.23 sub b. en c. genoemde schade. Aztec stelt, onder verwijzing naar HR 14 april 2000, NJ 2000, 489, dat de onder 3.23 sub b. en c. genoemde schade niet naast winstafdracht kan worden toegewezen.
3.36 De stelling van Aztec wordt gepasseerd. De Hoge Raad heeft in het genoemde arrest bepaald dat schade van àndere aard, niet bestaande in gederfde winst met betrekking tot de verkochte inbreukmakende producten, wel toewijsbaar kan zijn naast het bedrag van de tengevolge van de inbreuk genoten winst. De onder 3.23 sub b. en c. gevorderde schade betreft schade van een andere aard dan de schade bestaande in gederfde winst, zodat deze kan worden toegewezen.
3.37 Niet door Aztec is betwist dat op grote schaal inbreuk wordt gemaakt op de auteursrechten van Autodesk en dat zulks met zich brengt dat er een apparaat in stand moet worden gehouden dat toeziet op de eerbiediging van de rechten Autodesk. Nu Aztec zich schuldig heeft gemaakt aan inbreuk op de auteursrechten van Autodesk, is er aanleiding een deel van de kosten van instandhouding van een dergelijk apparaat aan Aztec toe te rekenen.
3.38 Daarnaast lijdt Autodesk schade omdat de waarde van het auteursrecht als gevolg van de inbreuk door Aztec is verminderd. Door het illegale gebruik neemt de bereidheid van licentienemers om royalty’s te betalen af. Niet door Aztec is betwist dat illegaal gebruik leidt tot prijsstagnering. Deze voor Autodesk ontstane schade kan aan Aztec als inbreukmaker worden toegerekend.
3.39 De omvang van de onder 3.23 sub b. en c. genoemde schade kan niet nauwkeurig worden vastgesteld zodat zij zal worden geschat. Een bedrag ter grootte van 100% van de door Aztec bespaarde licentievergoedingen, hetgeen neerkomt op een bedrag van euro 23.550,=, komt de rechtbank in dit verband redelijk voor.
3.40 Autodesk vordert een bedrag van euro 1.832,60 aan buitengerechtelijke kosten.
3.41 Aztec voert aan dat de vordering terzake de buitengerechtelijke kosten niet in het petitum van de gewijzigde eis is opgenomen, zodat deze kosten niet kunnen worden toegewezen. Dit verweer wordt verworpen. In punt 6 van de gewijzigde eis vordert Autodesk betaling van een bedrag van euro 48.932,60. Uit het lichaam van de dagvaarding blijkt dat in het bedrag van euro 48.932,60 een bedrag van euro 1.832,60 terzake buitengerechtelijke kosten is opgenomen. De vordering tot betaling van de buitengerechtelijke kosten is derhalve wel in het petitum opgenomen. Voor zover Aztec bedoelt te stellen dat in punt 6 van de gewijzigde vordering het bedrag van € 48.932,60 is aangeduid als schadevergoeding en/of de door Aztec af te dragen winst en niet mede als buitengerechtelijke kosten, is dit geen grond om de vordering af te wijzen. Bovendien betreffen de buitengerechtelijke kosten een vorm van schadevergoeding.
3.42 Het verweer van Aztec dat geen buitengerechtelijke kosten zijn gemaakt wordt eveneens verworpen. Ter onderbouwing van haar stelling dat buitengerechtelijke kosten zijn gemaakt heeft Autodesk een specificatie met een verklaring van de heer Machgeels als productie 15 bij de akte houdende overlegging nadere producties overgelegd. Autodesk heeft deze specificatie niet, althans onvoldoende gemotiveerd, weersproken.
De door Autodesk gevorderde buitengerechtelijke kosten zijn hoger dan hetgeen volgens de gebruikelijk tarieven van het rapport voorwerk II toewijsbaar is. Nu zij niets, althans onvoldoende heeft gesteld om een dergelijke hogere vergoeding te rechtvaardigen, wordt het bedrag toegewezen dat de uitkomst is van toepassing van voormeld tarief, te weten euro 1.788,=.
3.43 Autodesk vordert in sub 6 de door haar geleden schade in de vorm van een voorschot. Daarnaast vordert zij in sub 7 een veroordeling tot vergoeding van schade nader op te maken bij staat. Autodesk stelt dat zij de vordering tot vergoeding van schade nader op te maken bij staat heeft ingesteld voor het geval de door haar berekende schadevergoeding niet kan worden toegewezen. Nu de rechtbank het door Autodesk gevorderde bedrag van euro 47.100,= toewijst, is er geen grond dit bedrag als voorschot toe te wijzen.
Autodesk stelt geen feiten of omstandigheden op grond waarvan de buitengerechtelijke kosten als voorschot dienen te worden toegewezen, zodat de vordering in zoverre wordt afgewezen. De gevorderde schadestaatprocedure zal tevens worden afgewezen.
3.44 De gevorderde rente is toewijsbaar over het bedrag van euro 47.100,=. De gevorderde rente over de incassokosten wordt afgewezen, nu gesteld noch gebleken is dat Autodesk die kosten al heeft voldaan.
3.45 De sub 4 gevorderde afgifte wordt toegewezen. Het verweer van Aztec dat deze vordering overbodig is omdat Autodesk de betreffende computers in beslag heeft genomen, wordt verworpen. Autodesk heeft op grond van het bepaalde in artikel 735 lid 2 Rv belang bij een executoriale titel tot afgifte.
3.46 De sub 8 gevorderde rekening en verantwoording aangaande de door Aztec genoten winst wordt afgewezen, nu de omvang van de genoten winst vaststaat.
3.47 De op te leggen dwangsommen zullen worden gematigd en gemaximeerd als in het dictum vermeld.
3.48 Aztec zal de proceskosten van Autodesk dienen te dragen. Autodesk vordert tevens betaling van de kosten van het beslag.
3.49 Volgens Aztec komen de gevorderde beslagkosten niet voor vergoeding in aanmerking omdat het beslag niet rechtmatig is gelegd. Aztec stelt daartoe dat Autodesk de voorwaarden van het beslagverlof heeft overtreden.
3.50 In het beslagverlof is bepaald dat het Autodesk met het verlof niet is toegestaan om zonder toestemming van Aztec onderzoek te (laten) verrichten aan de in beslag te nemen zaken. Tussen partijen staat vast dat Aztec aan Autodesk toestemming heeft gegeven om de computers te onderzoeken, zodat Autodesk niet in strijd heeft gehandeld met het beslagverlof. Het verweer van Aztec dat zij de toestemming niet in vrijheid heeft kunnen geven omdat door de inbeslagname van de computers de bedrijfsvoering zou worden stilgelegd, wordt verworpen nu Aztec de keuze had het onderzoek te weigeren en in kort geding opheffing van het beslag te vorderen.
3.51 Anders dan Aztec meent staan de kosten van het beslag wel in verhouding met de geconstateerde inbreuk, zodat haar verweer dat Autodesk kon volstaan met een aanschrijving wordt verworpen. De beslagkosten zullen dan ook worden toegewezen. De kosten van de gerechtelijke bewaring zijn niet bekend zodat dienaangaande geen bedrag kan worden toegewezen.
3.52 Autodesk zal de proceskosten van Aztecon B.V. en stichting Aztecon dienen te dragen. Nu door Aztecon B.V. en stichting Aztecon geen zelfstandige proceshandelingen zijn verricht worden deze begroot op nihil.
4. De beslissing
De rechtbank:
1. verklaart voor recht dat gedaagde sub 1 inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten van eiseres op de computerprogrammatuur AutoCAD 14, AutoCAD 2002, AutoCAD LT 2002 en Inventor Pro 8 en dat gedaagde sub 1 deswege tegenover eiseres schadeplichtig is geworden;
2. beveelt gedaagde sub 1 om zich binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te onthouden van iedere inbreuk op de auteursrechten van eiseres op de computerprogram-matuur AutoCAD 14, AutoCAD 2002, AutoCAD LT 2002 en Inventor Pro 8;
3. beveelt gedaagde sub 1 om binnen 3 werkdagen na betekening van dit vonnis alle in haar bezit zijnde dragers met de inbreukmakende verveelvoudigingen van AutoCAD 14, AutoCAD 2002, AutoCAD LT 2002 en Inventor Pro 8 aan eiseres af te geven;
4. bepaalt dat gedaagde sub 1, indien zij met de naleving van de onder 2 en 3 toegewezen bevelen in gebreke blijft, aan eiseres een onmiddellijk opeisbare dwangsom van euro 5.000,= verbeurt voor iedere overtreding van ieder afzonderlijk bevel, alsmede een dwangsom van euro 500,= voor iedere dag dat de overtreding van ieder van deze bevelen zal voortduren, en bepaalt dat aan dwangsommen in totaal maximaal euro75.000,= kan worden verbeurd;
5. veroordeelt gedaagde sub 1 om binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis aan eiseres te betalen een bedrag van euro 48.888,= (achtenveertigduizend achthonderdachtentachtig euro) terzake schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over euro 47.100,= vanaf 29 september 2005 tot aan de dag der algehele voldoening;
6.veroordeelt gedaagde sub 1 in de kosten van het geding deze voor zover gevallen aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op euro 6.464,33, waaronder begrepen een bedrag van euro 4.470,= aan procureurssalaris en euro 1.678,40 aan beslagkosten;
7. veroordeelt eiseres in de kosten van het geding deze voor zover gevallen aan de zijde van gedaagden sub 2 en 3 tot op heden begroot op nihil;
8. verklaart dit vonnis ten aanzien van sub 2 t/m 6 uitvoerbaar bij voorraad;
9. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Leijten en uitgesproken ter openbare terecht-zitting van woensdag 25 oktober 2006.