NJ 1988, 408
Rb. Breda, 05-06-1987
Rb. Breda 05-06-1987, ECLI:NL:RBBRE:1987:AB9112
- Instantie
Rechtbank Breda
- Datum
5 juni 1987
- Magistraten
Maan, De Ruijter, Calkoen-Nauta
- Zaaknummer
[1987-06-05/NJ_63255]
- LJN
AB9112
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBBRE:1987:AB9112, Uitspraak, Rechtbank Breda, 05‑06‑1987
- Wetingang
Rv (oud) art. 876; Rv (oud) art. 877; Rv (oud) art. 878; Rv (oud) art. 879; Rv (oud) art. 880; Rv (oud) art. 881
Essentie
Voorlopig getuigenverhoor.
Samenvatting
Nu verzoekers voornemens zijn een rechtsvordering in te stellen tegen de gezamenlijke erven onder wie F.J.M.K., kan deze niet als getuige worden gehoord. Er is niet gebleken dat verzoekers bereid zijn om van alle aanspraken jegens deze potentiele getuige zonder enig voorbehoud afstand te doen. Geen anticipatie op het nieuwe bewijsrecht.
Partij(en)
1. G., en
2. K., verzoekers, proc. Mr. F.T.H. Gimbrere,
tegen
De gezamenlijke erven K., gerekwesteerden, proc. Mr. G.J.A.M. Molkenboer.
Uitspraak
Met betrekking tot de getuige F.J.M.K. hebben de erven er onweersproken op gewezen dat deze getuige als erfgenaam van L.M.K. te beschouwen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.