Einde inhoudsopgave
Besluit Nr. U3 (2010/C 106/13) betreffende de draagwijdte van het begrip ‘gedeeltelijke werkloosheid’ zoals dat van toepassing is op de in artikel 65, lid 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad bedoelde werklozen
Tekst
Geldend
Geldend vanaf 12-06-2009
- Redactionele toelichting
Dit besluit wordt toegepast vanaf 01-05-2010, tegelijk met de inwerkingtreding van Verordening 987/2009 (16-09-2009, PbEU L 284).
- Bronpublicatie:
12-06-2009, PbEU 2010, C 106 (uitgifte: 24-04-2010, regelingnummer: U3 2010/C106/13)
- Inwerkingtreding
12-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-06-2009, PbEU 2010, C 106 (uitgifte: 24-04-2010, regelingnummer: U3 2010/C106/13)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Werkloosheid
1
Voor de toepassing van artikel 65, lid 1, van Verordening (EG) nr. 883/2004 is de beoordeling van de aard van de werkloosheid — te weten gedeeltelijke of volledige werkloosheid — afhankelijk van het feit of enige contractuele arbeidsverhouding tussen partijen bestaat of behouden blijft. De duur van een eventuele tijdelijke opschorting van de activiteit speelt hierbij geen rol.
2
Wanneer een persoon in dienst blijft van een onderneming in een andere lidstaat dan die op het grondgebied waarvan hij woont, en zijn activiteit wordt opgeschort, wordt hij, als bij bereid blijft om zijn baan op elk moment opnieuw te vervullen, als gedeeltelijk werkloos beschouwd en worden de desbetreffende uitkeringen door het bevoegde orgaan van de lidstaat waarin hij heeft gewerkt verleend overeenkomstig artikel 65, lid 1, van de genoemde verordening.
3
Wanneer een persoon, bij ontstentenis van enige contractuele arbeidsverhouding, geen enkele band meer heeft met de lidstaat waarin hij heeft gewerkt (bijvoorbeeld omdat de contractuele arbeidsverhouding is beëindigd of afgelopen), wordt hij als volledig werkloos beschouwd overeenkomstig artikel 65, lid 2, van de genoemde verordening en worden de uitkeringen door het orgaan van de woonplaats verleend.
4
Indien een zelfstandige geen enkele beroeps- of handelsactiviteit meer uitoefent in de lidstaat waar hij dat voorheen gedaan heeft, wordt hij beschouwd als volledig werkloos in de zin van artikel 65, lid 2, van genoemde verordening, en verleent het orgaan van de woonplaats een uitkering.
5
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het is van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 987/2009.