Einde inhoudsopgave
Invoeringswet Invorderingswet 1990
Artikel LVIII
Geldend
Geldend vanaf 01-06-1990
- Bronpublicatie:
30-05-1990, Stb. 1990, 222 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21135 Overheid.nl: 21135)
- Inwerkingtreding
01-06-1990
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-1990, Stb. 1990, 222 (uitgifte: 01-01-1990, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 21135Overheid.nl: 21135)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Invordering (V)
Staatsrecht / Wetgeving
1.
Met betrekking tot de door de rijksbelastingdienst ingevorderde belastingaanslagen die zijn vastgesteld vóór de dag van de inwerkingtreding van de Wet van 26 maart 1987 (Stb. 120) tot berekening van rente inzake belastingen en premies volksverzekeringen blijft artikel 17, tweede lid, van de wet van 22 mei 1845 (Stb. 1926, 334) op de invordering van 's Rijks directe belastingen, zoals dat lid luidde vóór de inwerkingtreding van de eerstgenoemde wet, van toepassing en blijft hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 buiten toepassing.
2.
Met betrekking tot de niet door de rijksbelastingdienst ingevorderde belastingen en heffingen, andere dan gemeentelijke belastingen en waterschapsbelastingen, ten aanzien waarvan artikel XII, derde lid, van de Wet van 26 maart 1987 (Stb. 120) toepassing heeft gevonden en nog toepassing vindt bij de inwerkingtreding van de Invorderingswet 1990:
- a.
blijft artikel 17, tweede lid, van de wet van 22 mei 1845 (Stb. 1926, 334), zoals dat lid luidde vóór de inwerkingtreding van de eerstgenoemde wet, van toepassing en blijven de artikelen 28, 30 en 31 van de Invorderingswet 1990 buiten toepassing tot 1 juni 1991, tenzij de regelen, bedoeld in dat derde lid, eerder zijn ingetrokken;
- b.
kan de functionaris of het orgaan, bedoeld in dat derde lid, bepalen dat ook na 31 mei 1991 uitsluitend invorderingsrente in rekening wordt gebracht wegens het verlenen van uitstel van betaling en dat de artikelen 28, 30 en 31 buiten toepassing blijven.
3.
De op grond van het tweede lid, onderdeel b, gestelde regelen vervallen op 1 januari 1997, tenzij zij eerder zijn ingetrokken.
4.
Met betrekking tot gemeentelijke belastingen en waterschapsbelastingen vindt hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake de berekening van invorderingsrente eerst toepassing met ingang van 1 januari 1997, met dien verstande dat wel invorderingsrente in rekening wordt gebracht in de gevallen waarin op de voet van artikel 25 van die wet uitstel van betaling is verleend. De invorderingsrente wordt berekend vanaf de dag na de vervaldag van de voor de belastingaanslag geldende enige of laatste betalingstermijn tot aan de dag van de betaling. Het percentage van de invorderingsrente is gelijk aan dat van de wettelijke rente. In de belastingverordening kan worden bepaald dat hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 op een eerder tijdstip dan 1 januari 1997 toepassing vindt.