Einde inhoudsopgave
Nederlandse corporate governance code
Principe 2.1 Samenstelling en omvang
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
20-12-2022, Stcrt. 2023, 23578 (uitgifte: 30-08-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2022, Stcrt. 2023, 23578 (uitgifte: 30-08-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Corporate governance
Het bestuur, de raad van commissarissen en het executive committee (indien aanwezig) zijn zodanig samengesteld dat er sprake is van een voor de vennootschap passende mate van diversiteit op het gebied van deskundigheid, ervaring, competenties, overige persoonlijke kwaliteiten, geslacht of genderidentiteit, leeftijd, nationaliteit en (culturele) achtergrond.
2.1.1. Profielschets
De raad van commissarissen stelt een profielschets op, rekening houdend met de aard en de activiteiten van de met de vennootschap verbonden onderneming.
In de profielschets wordt ingegaan op:
- i.
de gewenste deskundigheid en achtergrond van de commissarissen;
- ii.
de gewenste gemengde samenstelling van de raad van commissarissen, bedoeld in best practice bepaling 2.1.5;
- iii.
de omvang van de raad van commissarissen; en
- iv.
de onafhankelijkheid van de commissarissen.
De profielschets wordt op de website van de vennootschap geplaatst.
2.1.2. Personalia
Van elke commissaris wordt in het verslag van de raad van commissarissen opgave gedaan van:
- i.
geslacht of naar wens van de persoon genderidentiteit;
- ii.
leeftijd;
- iii.
nationaliteit;
- iv.
hoofdfunctie (indien aanwezig);
- v.
nevenfuncties voor zover deze relevant zijn voor de vervulling van de taak als commissaris;
- vi.
tijdstip van eerste benoeming; en
- vii.
de lopende termijn waarvoor de commissaris is benoemd.
2.1.3. Executive committee
Indien het bestuur werkt met een executive committee, houdt het bestuur rekening met de checks and balances die onderdeel uitmaken van het two-tier systeem. Dit betekent onder meer het waarborgen van deskundigheid en verantwoordelijkheden van het bestuur en een adequate informatievoorziening aan de raad van commissarissen. De raad van commissarissen houdt hier toezicht op en heeft daarbij specifiek aandacht voor de dynamiek en de verhouding tussen het bestuur en het executive committee.
In het bestuursverslag wordt verantwoording afgelegd over:
- i.
de keuze voor het werken met een executive committee;
- ii.
de rol, taak en samenstelling van het executive committee; en
- iii.
de wijze waarop het contact tussen de raad van commissarissen en het executive committee is vormgegeven.
2.1.4. Deskundigheid
Elke commissaris en elke bestuurder beschikt over de specifieke deskundigheid die noodzakelijk is voor de vervulling van zijn taak. Elke commissaris dient geschikt te zijn om de hoofdlijnen van het totale beleid te beoordelen.
2.1.5. Beleid inzake Diversiteit en Inclusie (D&I beleid)
De vennootschap heeft een D&I beleid voor de onderneming. Het D&I beleid stelt in ieder geval concrete, passende en ambitieuze doelen om een goede balans te bereiken in genderdiversiteit en andere voor de vennootschap relevante aspecten van D&I voor wat betreft de samenstelling van het bestuur, de raad van commissarissen, het executive committee (indien aanwezig), en een nader door het bestuur te bepalen categorie werknemers in leidinggevende functies (‘subtop’).
De raad van commissarissen stelt het D&I beleid vast voor de samenstelling van het bestuur en de raad van commissarissen. Het bestuur stelt het D&I beleid vast voor het executive committee (indien aanwezig), de subtop en het overige werknemersbestand, na voorafgaande goedkeuring door de raad van commissarissen.
2.1.6. Verantwoording over D&I beleid
In de corporate governance verklaring worden het D&I beleid en de uitvoering daarvan toegelicht. Hierbij wordt de volgende informatie opgenomen:
- i.
de doelen van het D&I beleid;
- ii.
het plan om de doelen van het D&I beleid te bereiken;
- iii.
de resultaten van het D&I beleid in het afgelopen boekjaar en – waar relevant en mogelijk – inzicht in instroom, doorstroom en retentie van werknemers; en
- iv.
de samenstelling wat betreft geslacht van het bestuur, de raad van commissarissen, het executive committee (indien aanwezig) en de subtop aan het einde van het afgelopen boekjaar.
Indien één of meer doelen voor de samenstelling van het bestuur, de raad van commissarissen, het executive committee (indien aanwezig) en/of de subtop niet worden bereikt, wordt in de corporate governance verklaring tevens toegelicht wat de redenen hiervoor zijn en welke maatregelen worden genomen om de doelen wel te bereiken en op welke termijn.
2.1.7. Onafhankelijkheid raad van commissarissen
De raad van commissarissen is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, het bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren.
Om de onafhankelijkheid te borgen, is de raad van commissarissen samengesteld met inachtneming van het volgende:
- i.
op maximaal één commissaris is een van de criteria van toepassing zoals bedoeld in best practice bepaling 2.1.8 onderdelen i. tot en met v.;
- ii.
het aantal commissarissen waarop de criteria van toepassing zijn zoals bedoeld in best practice bepaling 2.1.8 is tezamen minder dan de helft van het totaal aantal commissarissen; en
- iii.
per aandeelhouder, of groep van verbonden aandeelhouders, die direct of indirect meer dan tien procent van de aandelen in het kapitaal van de vennootschap houdt, is maximaal één commissaris die kan gelden als met hem verbonden of hem vertegenwoordigend als bedoeld in best practice bepaling 2.1.8, onderdelen vi. en vii.
2.1.8. Onafhankelijkheid commissarissen
Een commissaris is niet onafhankelijk indien de betrokken commissaris, dan wel zijn echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad:
- i.
in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming werknemer of bestuurder van de vennootschap of van een aan de vennootschap gelieerde uitgevende instelling als bedoeld in artikel 5:48 Wet op het financieel toezicht is geweest;
- ii.
een persoonlijke financiële vergoeding van de vennootschap of van een aan haar gelieerde entiteit ontvangt, anders dan de vergoeding die voor de als commissaris verrichte werkzaamheden wordt ontvangen en voor zover zij niet past in de normale uitoefening van het bedrijf;
- iii.
in het jaar voorafgaand aan de benoeming een belangrijke zakelijke relatie met de vennootschap of een aan haar gelieerde entiteit heeft gehad. Daaronder worden in ieder geval begrepen het geval dat de commissaris, of een kantoor waarvan hij aandeelhouder, vennoot, medewerker of adviseur is, is opgetreden als adviseur van de vennootschap (consultant, externe accountant, notaris of advocaat) en het geval dat de commissaris bestuurder of medewerker is geweest van een bankinstelling waarmee de vennootschap een duurzame en significante relatie onderhoudt;
- iv.
bestuurder is van een vennootschap waarin een bestuurder van de vennootschap waarop hij toezicht houdt commissaris is;
- v.
gedurende de voorgaande twaalf maanden tijdelijk heeft voorzien in het bestuur bij belet en ontstentenis van bestuurders;
- vi.
een aandelenpakket in de vennootschap houdt van ten minste tien procent, daarbij meegerekend het aandelenbezit van natuurlijke personen of juridische lichamen die met hem samenwerken op grond van een uitdrukkelijke of stilzwijgende, mondelinge of schriftelijke overeenkomst;
- vii.
bestuurder of commissaris is bij of anderszins vertegenwoordiger is van een rechtspersoon die direct of indirect ten minste tien procent van de aandelen in de vennootschap houdt, tenzij het gaat om groepsmaatschappijen.
2.1.9. Onafhankelijkheid voorzitter raad van commissarissen
De voorzitter van de raad van commissarissen is geen voormalig bestuurder van de vennootschap en is onafhankelijk in de zin van best practice bepaling 2.1.8.
2.1.10. Verantwoording onafhankelijkheid commissarissen
Het verslag van de raad van commissarissen vermeldt dat naar het oordeel van de raad is voldaan aan de eisen voor onafhankelijkheid, bedoeld in best practice bepalingen 2.1.7 tot en met 2.1.9 en geeft daarbij aan, indien van toepassing, welke commissaris(sen) de raad als niet-onafhankelijk beschouwt.