Einde inhoudsopgave
Erfgoedwet
Artikel 9.6 Opgravingsvergunning
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2016
- Bronpublicatie:
09-12-2015, Stb. 2015, 511 (uitgifte: 18-12-2015, kamerstukken: 34109)
- Inwerkingtreding
01-07-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-12-2015, Stb. 2016, 14 (uitgifte: 12-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Erfgoed, monumenten en archeologie
Ruimtelijk bestuursrecht / Monumentenzorg
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Op een opgraving die is aangevangen voor inwerkingtreding van deze wet blijft hoofdstuk V van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor inwerkingtreding van deze wet van toepassing.
2.
Tot een jaar na inwerkingtreding van deze wet kan een opgraving zonder certificaat plaatsvinden, voor zover degene die de opgraving verricht voor de desbetreffende handelingen beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 45 van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor inwerkingtreding van deze wet. De bij of krachtens de Monumentenwet 1988 gestelde regels met betrekking tot de vergunning blijven in dat geval van toepassing en artikel 5.6 is van overeenkomstige toepassing.
3.
Artikel 5.2, tweede lid, is tot twee jaar na inwerkingtreding van deze wet niet van toepassing. Indien een instelling is aangewezen op grond van artikel 5.2 en deze na die twee jaar niet beschikt over accreditatie, schorst Onze Minister de aanwijzing of trekt hij deze in.