BA 2018/314
Vergunningenstop voor onbepaalde tijd, toetsing ex tunc in bezwaarfase, na onverbindend verklaarde beleidsregel is nog geen nieuw beleid vastgesteld
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
12 september 2018
- Zaaknummer
201704297/1/A3
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
EU-recht / Rechtsbescherming
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Rechtspraak
Bestuursprocesrecht / Beroep
Bestuursprocesrecht / Bezwaar
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:2958, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 12‑09‑2018
- Wetingang
Art. 6:19 lid 1, 6:24, 7:11, 7:12 lid 1 en 8:113 lid 2 Algemene wet bestuursrecht (Awb); art. 4 lid 3 Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU); art. 10, 11 lid 1 en 13 Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (Dienstenrichtlijn); art. 33 lid 1 Dienstenwet; art. 1.3 lid 3 en art. 1.5 lid 2 Regeling Passagiersvaart Amsterdam 2013 (RPA 2013); Wijziging Regeling Passagiersvaart Amsterdam 2013 (bekendgemaakt 13 juni 2017)
Essentie
Vergunningenstop voor onbepaalde tijd, toetsing ex tunc in bezwaarfase, na onverbindend verklaarde beleidsregel is nog geen nieuw beleid vastgesteld
Samenvatting
Bij het nemen van een besluit op bezwaar moet in beginsel het recht worden toegepast zoals dat op dat moment geldt; dit geldt eveneens voor beleidsregels. Volgens vaste rechtspraak van het HvJ-EU wordt het in Unierechtelijke zaken toepasselijke procesrecht bij gebreke van Unierechtelijke voorschriften ter zake beheerst door de beginselen van gelijkwaardigheid, doeltreffendheid en effectieve rechtsbescherming. De toepassing van art. 7:11 Awb levert geen schending op van [deze] beginselen. In de gewijzigde RPA 2013 is een ...