HR, 28-09-2021, nr. 20/02966

Documentgegevens:

ECLI:NL:HR:2021:1401

Instantie: Hoge Raad (Strafkamer)
Datum: 28-09-2021
Zaaknummer: 20/02966
Vakgebied(en): Strafrecht algemeen (V)
Brondocumenten en formele relaties: ECLI:NL:HR:2021:1401, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 28‑09‑2021; (Cassatie, Artikel 80a RO-zaken)
Vindplaatsen: RvdW 2021/983

Uitspraak 28‑09‑2021

Inhoudsindicatie

Poging tot doodslag in 2019 in Den Haag door zonder duidelijke aanleiding een ander met een mes in zijn arm, hand en hoofd te steken, art. 287 Sr. HR: art. 80a RO, zonder schriftelijk standpunt AG.

Partij(en)

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

STRAFKAMER

Nummer 20/02966

Datum 28 september 2021

ARREST

op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 23 september 2020, nummer 22-001255-20, in de strafzaak

tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969,

hierna: de verdachte.

1. Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft A.R. Kellermann, advocaat te Amsterdam, een schriftuur ingediend. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.

2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen een advies uit te brengen. De Hoge Raad is tot het oordeel gekomen dat het cassatieberoep duidelijk niet kan slagen. Hij zal daarom gebruikmaken van de mogelijkheid om het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren (zie artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3. Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren E.S.G.N.A.I. van de Griend en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 september 2021.