Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/183
Oordeel dat het beklag gegrond moet worden verklaard omdat de onderliggende beslagstukken als gevolg van een omissie van de OvJ zich niet in het raadkamerdossier bevinden, is onvoldoende gemotiveerd.
HR 24-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:72
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 januari 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
15/05863
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:72, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1421, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑11‑2016
Essentie
Oordeel dat het beklag gegrond moet worden verklaard omdat de onderliggende beslagstukken als gevolg van een omissie van de OvJ zich niet in het raadkamerdossier bevinden, is onvoldoende gemotiveerd.
Partij(en)
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 22 september 2015, nummer RK 15/1139, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door: [klaagster].
Conclusie
Conclusie A-G mr. W.H. Vellinga:
1.
Bij beschikking van 22 september 2015 heeft de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht het beklag, strekkende tot teruggave van een bedrag van € 50.000 gegrond ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.