Rb. Amsterdam, 21-10-2021, nr. 13-133163-21
ECLI:NL:RBAMS:2021:6114
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
21-10-2021
- Zaaknummer
13-133163-21
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2021:6114, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 21‑10‑2021; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 21‑10‑2021
Inhoudsindicatie
De rechtbank legt op een voorwaardelijke ISD-maatregel voor 2 jaar met proeftijd 2 jaar en bijzondere voorwaarden waaronder een opname in een zorginstelling.
Partij(en)
RECHTBANK AMSTERDAM
VONNIS
Parketnummer: 13-133163-21 (Promis)
Datum uitspraak: 21 oktober 2021
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1985,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in de [detentieplaats] .
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 7 oktober 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. A.C. Kramer, en van wat verdachte en haar raadsman, mr. S.J. van Galen, naar voren hebben gebracht.
2. Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
zij op of omstreeks 19 mei 2021 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, een of meerdere isoleerfles(sen), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan winkelketen Albert Heijn ( [adres] ), in elk geval aan een ander toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
( art 310 Wetboek van Strafrecht )
3. Voorvragen
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Waardering van het bewijs
De rechtbank is, net als de officier van justitie, van oordeel dat het ten laste gelegde feit kan worden bewezen. De raadsman refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank stelt vast dat sprake is van een bekennende verdachte en dat met een opgave van bewijsmiddelen kan worden volstaan. De rechtbank vindt het ten laste gelegde feit bewezen op grond van de volgende bewijsmiddelen:
1. De bekennende verklaring van verdachte op de terechtzitting van 7 oktober 2021.
2. Een proces-verbaal met nummer PL1300-2021101826-8 van 19 mei 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (doorgenummerde pag. 5 en 6).
3. Een geschrift, te weten een aangifteformulier winkeldiefstal van 19 mei 2021, ingevuld door aangever [persoon 1] (doorgenummerde pag. 1 en 2).
5. Bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte
op 19 mei 2021 te Amsterdam meerdere isoleerflessen die aan winkelketen Albert Heijn ( [adres] ) toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
6. Strafbaarheid van het feit
Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
7. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
8. Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders, voorwaardelijk
8.1
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie vordert dat aan verdachte een voorwaardelijke maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) zal worden opgelegd voor de duur van twee jaar. Daarbij dient een proeftijd te gelden van drie jaar, met daarbij opgelegd de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden. Deze proeftijd is nodig om verdachte langer te kunnen begeleiden na haar klinische behandeling.
8.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman vindt dat bij strafoplegging moet worden volstaan met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf die gelijk is aan het voorarrest. Daarnaast kan een voorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd met de daarbij geadviseerde bijzondere voorwaarden. De raadsman voert aan dat verdachte door een fout van het Openbaar Ministerie, namelijk omdat er tijdens een schorsing van de voorlopige hechtenis ten onrechte geen reclasseringsadvies was aangevraagd, al 100 dagen in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. Verdachte mag daar niet nog langer de dupe van worden. Verdachte is erg gemotiveerd om een klinische behandeling te ondergaan. Haar privéomstandigheden zijn veranderd ten opzichte van twee jaar geleden toen zij terugviel in drugsgebruik. Ze heeft geen banden meer met personen uit haar drugsverleden en ze staat open voor hulpverlening. Gezien deze omstandigheden is een voorwaardelijke ISD-maatregel niet nodig. Aan verdachte kan een deels voorwaardelijke gevangenisstraf worden opgelegd met daarbij de geadviseerde bijzondere voorwaarden, zodat de klinische opname kan worden gerealiseerd. De geadviseerde proeftijd van twee jaar is voldoende, de eis van de officier van justitie is op dit punt onvoldoende gemotiveerd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen maatregel gelet op de aard en de ernst van wat bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het rapport van GGZ Reclassering [naam reclasseringsafdeling] van 21 september 2021, opgemaakt door reclasseringswerker [persoon 2] , en van haar aanvullende e-mail van 5 oktober 2021. De rechtbank heeft [persoon 2] op de zitting als deskundige gehoord.
Uit het rapport blijkt – voor zover hier van belang – het volgende:
Betrokkene is een 36-jarige vrouw die verdacht wordt van winkeldiefstal. Ze bekent de ten laste gelegde feiten. Ze is sinds 2017 verschillende malen voor vergelijkbare delicten veroordeeld. De kans op recidive is hoog. Ze stal de artikelen om geld te hebben om in haar drugsgebruik te kunnen voorzien (verwervingscriminaliteit). Derhalve is sprake van een criminele houding die nauw samenhangt met haar levensstijl en verslaving. Betrokkene kampt met ernstige verslavingsproblemen, mogelijk psychische problemen mede voortkomend uit verwaarlozing in haar jeugd en traumatische ervaringen. Ze is langdurig dakloos, zonder inkomen, er zijn schulden, ze heeft geen dagbesteding en verkeert gedeeltelijk in een crimineel sociaal netwerk. Uit het dossier wordt duidelijk dat betrokkene de afgelopen jaren vaak is veroordeeld, geen hulpverleningscontacten had en contacten met de reclassering langdurig niet nakwam. Betrokkene voldoet aan de harde criteria voor een ISD-maatregel. Betrokkene geeft tijdens het gesprek met de reclassering aan te willen werken aan haar problemen. Ze beaamt hulpverlening nodig te hebben. Gezien de ernst van de problematiek en het verloop van eerdere hulpverleningstrajecten is de reclassering van mening dat behandeling en begeleiding in een ambulant kader ontoereikend is. Het is enkel een herhaling van zetten waarvan de uitkomst reeds vaststaat. De reclassering is derhalve van mening dat een nieuw hulpverleningstraject zijnde een klinische traject het beste kan plaatsvinden binnen het
kader van een voorwaardelijke ISD-maatregel als forse stok achter de deur.
Het is wenselijk dat betrokkene aansluitend aan detentie klinisch zal worden opgenomen.
Na indicatiestelling Forensische Zorg is betrokkene aangemeld bij FVK [locatie] ( [naam kliniek 1] ) Er is vooralsnog geen opnamedatum voorhanden.
Bij een veroordeling adviseren wij een voorwaardelijke ISD-maatregel met de voorwaarden: meldplicht bij reclassering; opname in een zorginstelling, ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname); begeleid wonen of maatschappelijke opvang; drugsverbod; alcoholverbod; meewerken aan schuldhulpverlening; meewerken aan middelencontrole en het hebben van daginvulling.
[persoon 2] heeft op de zitting en in de e-mail van 5 oktober 2021 meegedeeld dat in de indicatiestelling het benodigde beveiligingsniveau 3 naar beveiligingsniveau 2 is teruggebracht, waardoor verdachte niet langer op de wachtlijst hoeft te staan voor een opnameplek, maar dat zij op 22 oktober 2021 kan worden opgenomen bij [naam kliniek 2] in [plaats] , waarvoor zij direct is aangemeld. Het is geen overbruggingsplek. Als het goed gaat in [naam kliniek 2] is het de bedoeling dat verdachte daar in behandeling blijft. [persoon 2] heeft toegelicht dat is geadviseerd om de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren, zodat verdachte aansluitend op haar detentie kan worden opgenomen in de kliniek. Dit vanwege het reële risico van recidive. [persoon 2] heeft desgevraagd verklaard dat het gebruikelijk is om een proeftijd van twee jaar te adviseren, maar dat een proeftijd van drie jaar meer tijd en ruimte geeft om de bijzondere voorwaarden in te vullen. Verdachte zal na ongeveer één jaar van behandeling uitstromen naar een setting van beschermd wonen.
Verdachte heeft op de zitting verklaard dat zij blij is met het nieuws dat er plaats is in [naam kliniek 2] en met het advies van de reclassering. Zij kan zich vinden in het advies.
Gelet op het feit dat verdachte al eerder is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden en dit recidive niet heeft weten te voorkomen, vindt de rechtbank de door de raadsman gevraagde voorwaardelijke gevangenisstraf een gepasseerd station.
De rechtbank stelt vast dat ten aanzien van het bewezen geachte feit aan alle voorwaarden is voldaan die artikel 38m van het Wetboek van Strafrecht aan het opleggen van de ISD-maatregel stelt. Hiervoor is bewezen verklaard dat verdachte een misdrijf heeft begaan waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Uit het uittreksel uit de Justitiële Documentatie (strafblad) van 5 juli 2021 blijkt dat verdachte gedurende de vijf jaren voorafgaand aan het ten laste gelegde meer dan driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk is veroordeeld tot een vrijheidsbenemende straf, terwijl het in dit vonnis bewezen verklaarde feit is begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen en er – zoals blijkt uit het hiervoor genoemde rapport van GGZ Reclassering [naam reclasseringsafdeling] – ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan.
Blijkens het voornoemd strafblad is ook voldaan aan de eisen die de “Richtlijn voor Strafvordering bij meerderjarige veelplegers” van het Openbaar Ministerie stelt: verdachte is een zeer actieve veelpleger, die over een periode van vijf jaren processen-verbaal tegen zich zag opgemaakt worden voor meer dan tien misdrijven, waarvan ten minste één in de laatste twaalf maanden, terug te rekenen vanaf de pleegdatum van het laatst gepleegde feit. Verder eist de veiligheid van personen of goederen het opleggen van deze maatregel, gezien de ernst en het aantal door verdachte begane soortgelijke feiten.
De rechtbank stelt vast dat aan de eisen voor het opleggen van een ISD-maatregel is voldaan. De rechtbank zal een voorwaardelijke ISD-maatregel opleggen, zodat verdachte kan worden opgenomen in de [naam kliniek 2] en aldaar kan worden behandeld. De rechtbank volgt de reclassering in het advies en zal de geadviseerde bijzondere voorwaarden aan verdachte opleggen. Verdachte is gemotiveerd om zich te laten opnemen en behandelen. Als zij zich niet aan de bijzondere voorwaarden houdt, kan alsnog de ISD-maatregel ten uitvoer worden gelegd. Dat is dan nodig om de maatschappij tegen verdachte te beschermen, het risico op recidive te beperken en verdachte de hulp te bieden die zij nodig heeft.
De rechtbank zal verdachte een voorwaardelijke ISD-maatregel opleggen voor de duur van twee jaren, waarbij de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, niet in mindering zal worden gebracht op de duur van de maatregel. De rechtbank zal hierbij de geadviseerde bijzondere voorwaarden opleggen.. De rechtbank zal niet de dadelijk uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden bevelen, omdat gelet op de bewezen verklaarde diefstal niet aan wettelijke voorwaarden daarvoor is voldaan. Er is immers geen recidiverisico waarbij sprake is van enig gevaar voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. Verder ziet de rechtbank geen bijzondere omstandigheden die aanleiding geven een proeftijd vast te stellen die langer is dan twee jaar. Zij zal de officier van justitie op dit punt niet volgen.
De rechtbank heeft op de zitting van 7 oktober 2021 de voorlopige hechtenis van verdachte geschorst, zodat verdachte een nog openstaande straf in de zaak met parketnummer 13/163479-20 uit kan zitten. Deze beslissing is apart opgesteld. Nu de voorlopige hechtenis na het uitzitten van die straf weer doorloopt zal de rechtbank de voorlopige hechtenis opheffen.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen maatregel is gegrond op de artikelen 38m, 38n, 38p en 310 van het Wetboek van Strafrecht.
10. Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Legt op de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders voor de duur van 2 (twee) jaar.
Beveelt dat deze maatregel niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaar vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast als veroordeelde zich gedurende de proeftijd niet houdt aan de hierna vermelde voorwaarden:
Stelt als algemene voorwaarden dat veroordeelde:
ten behoeve van het vaststellen van haar identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
Meldplicht bij reclassering
Veroordeelde meldt zich direct na de veroordeling bij de reclassering van GGZ Reclassering [naam reclasseringsafdeling] op het telefoonnummer: [telefoonnummer] . Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt om het reclasseringstoezicht uit te voeren. Veroordeelde werkt mee aan het toezicht en de begeleiding door de reclassering, zolang de reclassering dat nodig vindt. Hieronder valt ook het meewerken aan huisbezoeken. Veroordeelde houdt zich aan afspraken en aanwijzingen.
Opname in een zorginstelling
Veroordeelde laat zich opnemen in [naam kliniek 2] van [naam reclasseringsafdeling] of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opnamedatum is 22 oktober 2021. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering en behandelaar dat nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
Ambulante behandeling (met mogelijkheid tot kortdurende klinische opname)
Veroordeelde laat zich behandelen door de verslavingszorg [naam reclasseringsafdeling] of een soortgelijke zorgverlener, indien geïndiceerd door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
Bij bijvoorbeeld terugval in middelengebruik, overmatig middelengebruik of ernstige zorgen over het psychiatrische toestandsbeeld ontstaat een grote kans op risicovolle situaties. Dan kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende klinische opname voor crisisbehandeling, detoxificatie, stabilisatie, observatie of diagnostiek. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende klinische opname indiceert, laat veroordeelde zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De kortdurende klinische opname duurt maximaal zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt.
Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Veroordeelde verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering, bij voorkeur aansluitend aan de klinische opname. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor haar heeft opgesteld.
Drugsverbod
Veroordeelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
Alcoholverbod
Veroordeelde gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
Meewerken aan schuldhulpverlening
Veroordeelde werkt mee aan het aflossen van haar schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Veroordeelde geeft de reclassering inzicht in haar financiën en schulden.
Meewerken aan middelencontrole
Veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van alcohol en drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak veroordeelde wordt gecontroleerd.
Het hebben van daginvulling
Veroordeelde werkt mee aan een daginvulling in de vorm van werk of vrijwilligerswerk
Geeft aan GGZ Reclassering [naam reclasseringsafdeling] de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. L. Dolfing, voorzitter,
mrs. E. van den Brink en R.K. Pijpers, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. C.W. van der Hoek, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 21 oktober 2021.