Warenwetbesluit tatoeëren en piercen
Artikel 1
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
17-03-2021, Stb. 2021, 158 (uitgifte: 31-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2021, Stb. 2021, 344 (uitgifte: 14-07-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
1.
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
tatoeëren: huidpenetrerende handeling waarmee een kleurstof of pigment intradermaal wordt geïnjecteerd;
- b.
tatoeagemateriaal: waren die bestemd zijn of gebruikt worden voor het tatoeëren;
- c.
piercing: de waar die bestemd is of gebruikt wordt om als sieraad in een doorboring van de huid, slijmvliezen, kraakbeen of spierweefsel te worden achtergelaten;
- d.
piercen: het doorboren van de huid, slijmvliezen, kraakbeen of spierweefsel waardoor het mogelijk wordt in de doorboring een piercing achter te laten;
- e.
piercingmateriaal: waren die bestemd zijn of gebruikt worden voor het piercen;
- f.
veiligheidscode: een richtlijn voor het veilig gebruik van tatoeage- of piercingmateriaal;
- g.
ondernemer: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een onderneming in stand houdt waarin tatoeage- of piercingmateriaal wordt gebruikt.
2.
Dit besluit is niet van toepassing indien tatoeagemateriaal door een arts wordt gebruikt in een instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel f, van de Wet toelating zorginstellingen.