Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011
Artikel 7.8 Afwijkende regels met betrekking tot de verplichting tot het indienen van een correctiebericht
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2017
- Bronpublicatie:
29-12-2016, Stcrt. 2016, 71813 (uitgifte: 29-12-2016, regelingnummer: 2016-0000225960)
- Inwerkingtreding
01-01-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-12-2016, Stcrt. 2016, 71813 (uitgifte: 29-12-2016, regelingnummer: 2016-0000225960)
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Inhoudingsplichtige
1.
Indien de gewezen inhoudingsplichtige binnen de in artikel 28a, tweede lid, onderdelen a of c, van de wet bedoelde termijn constateert dat hij een onjuiste of onvolledige aangifte heeft gedaan, is hij verplicht binnen acht weken na deze constatering al dan niet door middel van een correctiebericht alsnog de juiste en volledige gegevens te verstrekken.
2.
Indien de inspecteur ten aanzien van de gewezen inhoudingsplichtige binnen de in artikel 28a, tweede lid, onderdelen b of d, van de wet bedoelde termijn constateert dat deze een onjuiste of onvolledige aangifte heeft gedaan, kan hij deze verplichten binnen een door hem te stellen termijn al dan niet door middel van een correctiebericht alsnog de juiste en volledige gegevens te verstrekken.
3.
Voor de inhoudingsplichtige voor wie het tijdvak waarover de loonbelasting moet worden betaald een kalenderhalfjaar of kalenderjaar is, geldt in afwijking in zoverre van artikel 28a, tweede lid, onderdelen a en c, van de wet dat het correctiebericht met de juiste en volledige gegevens binnen acht weken na de constatering van de onjuistheid of onvolledigheid moet worden verstrekt.
4.
Ten aanzien van de inhoudingsplichtige voor wie het tijdvak waarover de loonbelasting moet worden betaald een kalenderhalfjaar of kalenderjaar is, geldt in afwijking in zoverre van artikel 28a, tweede lid, onderdelen b en d, van de wet dat het correctiebericht met de juiste en volledige gegevens binnen een door de inspecteur te stellen termijn moet worden verstrekt.
5.
Indien een correctiebericht betrekking heeft op een aangifte over een tijdvak in een verstreken kalenderjaar kan:
- a.
de inhoudingsplichtige, in afwijking van artikel 28a, tweede lid, onderdeel c, van de wet, dat correctiebericht binnen acht weken na de constatering van de onjuistheid of onvolledigheid los van een aangifte aan de inspecteur toezenden;
- b.
de inspecteur, in afwijking van artikel 28a, tweede lid, onderdeel d, van de wet, de inhoudingsplichtige verplichten dat correctiebericht al dan niet gelijktijdig met een aangifte binnen een door hem te stellen termijn aan hem toe te zenden.