V-N Vandaag 2014/2160
Vader en trust zijn geen belanghebbenden voor aan dochter opgelegde aanslagen
HR (A-G) 30-09-2014, ECLI:NL:PHR:2014:1861
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
30 september 2014
- Zaaknummer
13/05004
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
Schenk- en erfbelasting (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑09‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1861, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑09‑2014
- Wetingang
Essentie
A-G IJzerman is van mening dat de vader en de trust zich ten onrechte beroepen op art. 26a lid 2 AWR. Het vermogen behoort na inbreng in de trust voor de Nederlandse belastingheffing namelijk toe aan de dochter.
Samenvatting
Belanghebbende, de heer X2, richt eind 2000 een trust, X3 (mede-belanghebbende), op, en brengt participaties in ter waarde van ruim € 1 miljoen. Ter zake van deze inbreng is een aanslag schenkingsrecht opgelegd van € 307.875 op aan X1, de dochter van X2, zijnde de beneficiary van de trust. Begin 2001 brengt X2 participaties ter waarde van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.