Besluit tot regeling van overbrenging naar Rijksarchiefbewaarplaatsen van de rechterlijke archieven van 1811 tot 1838
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 22-10-1919
- Bronpublicatie:
28-08-1919, Stb. 1919, 547 (uitgifte: 02-10-1919, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
22-10-1919
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-08-1919, Stb. 1919, 547 (uitgifte: 02-10-1919, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Bijzondere onderwerpen
Besluit van 28 augustus 1919 tot regeling van de overbrenging naar de Rijksarchiefbewaarplaatsen van de rechterlijke archieven van 1811 tot 1838
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de gemeenschappelijke voordracht van Onzen Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen en van Onzen Minister van Justitie van 30 Mei 1919, n°. 2160 III, afdeeling Kunsten en Wetenschappen en van 18 Juni 1919, 1ste afdeeling C, n°. 713;
Overwegende, dat het wenschelijk is de rechterlijke archieven, dagteekenende van na de invoering der Fransche wetgeving en van vóór de invoering der nieuwe rechterlijke organisatie op 1 October 1838 (voor de provincie Limburg op 1 Januari 1842), welke nog bij den Hoogen Raad der Nederlanden, de gerechtshoven, de arrondissements-rechtbanken, de kantongerechten en de gemeentebesturen berusten, naar 's Rijks archiefbewaarplaats te 's Gravenhage, de Rijksarchiefbewaarplaatsen in de provinciën of andere nader aan te wijzen archiefbewaarplaatsen over te brengen;
Gelet op de Archiefwet 1918 (Staatsblad n°. 378);
Den Raad van State gehoord (advies van 22 Juli 1919, n°. 29);
Gelet op het nader rapport van Onze voornoemde Ministers van 16 Augustus 1919, n°. 2938, afdeeling Kunsten en Wetenschappen en van 25 Augustus 1919, 1ste afdeeling C, n°. 723;
Hebben goedgevonden en verstaan:
te bepalen als volgt: