Einde inhoudsopgave
Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009
Artikel 3 Collegiaal overleg
Geldend
Geldend vanaf 19-09-2024. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 17-04-2023
- Bronpublicatie:
10-09-2024, Stcrt. 2024, 30043 (uitgifte: 18-09-2024, regelingnummer: 2024-0000411975)
- Inwerkingtreding
19-09-2024, terugwerkend tot: 17-04-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-09-2024, Stcrt. 2024, 30043 (uitgifte: 18-09-2024, regelingnummer: 2024-0000411975)
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Bestuur
Bestuursrecht algemeen (V)
1.
De volgende functionarissen voeren regelmatig collegiaal overleg over de belangrijke aspecten van beleidsontwikkeling en -uitvoering en over de departementale bedrijfsvoering:
- a.
de secretaris-generaal;
- b.
de plaatsvervangend secretaris-generaal;
- c.
de directeur-generaal Sociale Zekerheid en Integratie;
- d.
de directeur-generaal Werk;
- e.
de inspecteur-generaal Nederlandse Arbeidsinspectie;
- f.
de programma-directeur-generaal Werk aan Uitvoering.
2.
Het in het eerste lid bedoelde overleg staat onder voorzitterschap van de secretaris-generaal en elk van de functionarissen neemt daaraan deel met volledig behoud van de eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden. De inspecteur-generaal Nederlandse Arbeidsinspectie neemt aan dit overleg deel op een zodanige wijze, dat dit in overeenstemming is met zijn verantwoordelijkheid voor de onafhankelijke uitvoering van de taken, genoemd in artikel 37 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.