NJ 2010, 165
Strafrechtelijke veroordeling wegens misdaad tegen de menselijkheid tijdens Hongaarse opstand jaren ’50 op basis van Conventie van Genève. Schending art. 7 EVRM.
EHRM 19-09-2008, ECLI:NL:XX:2008:BG8684, m.nt. J.M. Reijntjes
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer)
- Datum
19 september 2008
- Magistraten
J.-P.l Costa, C. Rozakis, N. Bratza, P. Lorenzen, F. Tulkens, L. Loucaides, I. Cabral Barreto, K.l Jungwiert, V. Butkevych, A. Baka, V. Zagrebelsky, A. Mularoni, E. Fura-Sandström, R. Jaeger, S. E. Jebens, D. Popović, M. Villiger
- Zaaknummer
9174/02
- Noot
J.M. Reijntjes
- LJN
BG8684
- JCDI
JCDI:ADS161174:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2008:BG8684, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens (Grote kamer), 19‑09‑2008
- Wetingang
EVRM art. 7
Essentie
Strafrechtelijke veroordeling wegens misdaad tegen de menselijkheid tijdens Hongaarse opstand jaren ’50 op basis van Conventie van Genève. Schending art. 7 EVRM.
Samenvatting
Korbély, een gepensioneerde Hongaarse militair, is in 1998 veroordeeld tot vijf jaren gevangenisstraf wegens een misdrijf tegen de menselijkheid, doordat hij tijdens de Hongaarse opstand in de jaren ’50 bevel heeft gegeven te schieten op een groep (gewapende) burgers. Hierbij zijn verschillende mensen gewond geraakt en omgekomen, waaronder de leider van de gewapende groep, Tamás Kaszás. Korbély stelt dat hij is veroordeeld zonder dat de bewezen verklaarde feiten op het moment van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.