Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafrecht
Artikel 206 [Ongeschikt maken voor militaire of burgerdienst]
Geldend
Geldend vanaf 31-12-1991
- Bronpublicatie:
14-11-1991, Stb. 1991, 631 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 19974 Overheid.nl: 19974)
- Inwerkingtreding
31-12-1991
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-1991, Stb. 1991, 737 (uitgifte: 01-01-1991, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie wordt gestraft:
- 1°
hij die zich opzettelijk voor de dienst bij de krijgsmacht dan wel voor enige werkzaamheid uit hoofde van burgerdienstplicht ongeschikt maakt of laat maken;
- 2°
hij die een ander op diens verzoek opzettelijk voor die dienst dan wel voor zodanige werkzaamheid ongeschikt maakt.
2.
Indien in het laatste geval het feit de dood ten gevolge heeft, wordt gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie opgelegd.