Belastingblad 2021/203
Heffingsambtenaar hoeft niet zelf het initiatief voor horen te nemen. In (hoger) beroep mag de heffingsambtenaar andere vergelijkingspanden hanteren. Door de heffingsambtenaar gehanteerde vergelijkingspanden zijn voldoende vergelijkbaar. Ondanks verwijzing naar 22 andere panden slaagt belanghebbende niet in het beroep op het gelijkheidsbeginsel.
Hof Amsterdam 04-03-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:964, m.nt. J.C. Scherff
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
4 maart 2021
- Magistraten
Mrs. J-P.R. van den Berg, C.J. Hummel, B.A. van Brummelen
- Zaaknummer
19/01636
- Noot
J.C. Scherff
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS268666:1
- Vakgebied(en)
Waardering onroerende zaken (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2021:964, Uitspraak, Hof Amsterdam, 04‑03‑2021
Essentie
Heffingsambtenaar hoeft niet zelf het initiatief voor horen te nemen. In (hoger) beroep mag de heffingsambtenaar andere vergelijkingspanden hanteren. Door de heffingsambtenaar gehanteerde vergelijkingspanden zijn voldoende vergelijkbaar. Ondanks verwijzing naar 22 andere panden slaagt belanghebbende niet in het beroep op het gelijkheidsbeginsel.
Uitspraak
Uitspraak
op het hoger beroep van
[X], wonende te [Z], belanghebbende,
gemachtigde: mr. N.M. Petri (Van Doorne N.V.)
tegen de uitspraak van 27 september 2019 in de zaak met kenmerk AMS 18/5497 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.