NJ 1964/139
Art. 1, lid 2, onder e, van het Verdrag van Genève nopens tenuitvoerlegging van in het buitenland gewezen scheidsrechterlijke uitspraken. Is een arbitrale uitspraak in strijd met fundamentele beginselen der Nederlandse rechtsorde, indien het recht van wederhoor is verwaarloosd ?
HR 08-11-1963, ECLI:NL:HR:1963:120, m.nt. Prof. Mr. J.H. Beekhuis
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 november 1963
- Magistraten
Mrs. Smits, Wiarda, Houwing, Hülsmann en Petit
- Zaaknummer
[08111963/NJ_1964-139]
- Conclusie
Mr. Van Oosten
- Noot
Prof. Mr. J.H. Beekhuis
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS140014:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1963:120, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑11‑1963
- Wetingang
(Wet van 18 juli 1930 S. 323 art. 1; Wet AB art. 1-14.)
Essentie
Art. 1, lid 2, onder e, van het Verdrag van Genève nopens tenuitvoerlegging van in het buitenland gewezen scheidsrechterlijke uitspraken. Is een arbitrale uitspraak in strijd met fundamentele beginselen der Nederlandse rechtsorde, indien het recht van wederhoor is verwaarloosd ?
Samenvatting
De tenuitvoerlegging hier te lande van een in het buitenland gewezen scheidsrechterlijke uitspraak, tot stand gekomen na een procedure, waarin het recht van wederhoor is verwaarloosd op een wijze als volgt uit de door het Hof in het midden gelaten stellingen van thans-verzoekster, moet in strijd worden geacht met fundamentele beginselen der Nederlandse rechtsorde, waardoor niet is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.