NJ 1921, p. 18
Rb. 's-Gravenhage, 18-11-1920
Rb. 's-Gravenhage 18-11-1920, ECLI:NL:RBSGR:1920:76
- Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
- Datum
18 november 1920
- Magistraten
Voorzitter: Mr. C. W. Schlingemann. Rechters: Mrs. E. Jellinghaus en H. E. Cost Budde.
- Zaaknummer
[18111920/NJ_1921,_p._18]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS99534:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBSGR:1920:76, Uitspraak, Rechtbank 's-Gravenhage, 18‑11‑1920
- Wetingang
(Inkwartieringswet 1866 art. 33.)
Samenvatting
Vordering tot schadevergoeding wegens te niet gaan van een gebouw door brand tijdens het daarvan krachtens art. 33 Inkwartieringswei door den Staat gemaakt gebruik. Bevoegdheid van de Rechterlijke macht. De Staat was slechts houder en als zoodanig niet aansprakelijk voor te niet gaan zonder zijn schuld. Geen verbintenis voor den Staat tot teruggave.
Partij(en)
J. Th. A. Hendriks, wonende te Rijswijk, eischer, procureur Mr. D. van Houten,
tegen:
den Staat der Nederlanden, gedaagde, procureur Mr. A. F. Teldefs.
Uitspraak
[ p. 18 ►]
De Rechtbank, enz.;
Tan aanzien van het recht:
O., dat eischer schadevergoeding vordert van gedaagde, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.