Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering BES
Artikel 595
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
27-09-2010, Stb. 2010, 529 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Algemeen
1.
Behoudens het bepaalde in het tweede lid beslist Onze Minister zo spoedig mogelijk na de ontvangst van een advies, als bedoeld in artikel 594, omtrent het daaraan te geven gevolg. Daarbij neemt hij, indien het verzoek tot tenuitvoerlegging op een verdrag kan worden gegrond, de bepalingen van dat verdrag in acht.
2.
Indien het advies van de procureur-generaal betrekking heeft op een veroordeelde die zich in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt, aan wie een tot vrijheidsontneming strekkende sanctie is opgelegd en die niet heeft verklaard met de overdracht van de tenuitvoerlegging van die sanctie in te stemmen, dan laat Onze Minister, zo hij voornemens is gevolg te geven aan dit advies, alvorens een beslissing te nemen, de veroordeelde schriftelijk van dit advies in kennis stellen. Daarbij wordt de veroordeelde meegedeeld, dat hij binnen veertien dagen na ontvangst van de kennisgeving tegen het voornemen van Onze Minister een bezwaarschrift kan indienen bij het gerecht, dat in hoogste feitelijke instantie de tot vrijheidsontneming strekkende sanctie heeft opgelegd.
3.
Zo spoedig mogelijk na ontvangst van een tijdig ingediend bezwaarschrift onderzoekt het in het tweede lid bedoelde gerecht of Onze Minister bij afweging van de betrokken belangen in redelijkheid tot de voorgenomen beslissing kan komen. De veroordeelde wordt bij het onderzoek gehoord, althans daartoe behoorlijk opgeroepen. Indien niet blijkt dat de veroordeelde reeds een advocaat heeft, voegt de voorzitter van het gerecht hem ambtshalve een advocaat toe.
4.
Van zijn beslissing stelt het gerecht Onze Minister en de veroordeelde in kennis. Acht het gerecht het bezwaarschrift gegrond, dan geeft Onze Minister aan het advies van de procureur-generaal tot overdracht van de tenuitvoerlegging geen gevolg.