Einde inhoudsopgave
Wet aansprakelijkheid olietankschepen BES
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Landsverordening aansprakelijkheid olietankschepen, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
14-09-2010, Stb. 2010, 500 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Vervoersrecht / Zeevervoer
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
1.
Vorderingen tot vergoeding van schade door verontreiniging kunnen rechtstreeks worden ingesteld tegen de verzekeraar of andere persoon die financiële zekerheid heeft gesteld voor de aansprakelijkheid van de eigenaar. In dit geval kan de verweerder, zelfs indien de eigenaar overeenkomstig artikel 5, tweede lid, niet gerechtigd is zijn aansprakelijkheid te beperken, zich beroepen op de in artikel 5 bedoelde beperking van aansprakelijkheid.
2.
De verweerder komen alle verweermiddelen toe die de eigenaar tegen de vorderingen zou hebben kunnen aanvoeren, doch hij kan geen beroep doen op de omstandigheid dat de eigenaar surséance van betaling is verleend, of dat deze zich in staat van faillissement of vereffening bevindt. Hij kan zich voorts verweren met een beroep op het feit, dat de schade door verontreiniging is veroorzaakt door opzettelijk wangedrag van de eigenaar zelf. Andere verweermiddelen welke hij zou hebben kunnen aanvoeren tegen een door de eigenaar tegen hem ingestelde vordering komen hem niet toe.
3.
De verweerder kan de eigenaar steeds in het geding roepen.
4.
Een verzekeraar of andere persoon die financiële zekerheid heeft gesteld voor de aansprakelijkheid van de eigenaar, kan in diens plaats overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 een fonds vormen, zelfs indien ingevolge het bepaalde in artikel 5, tweede lid, de eigenaar niet gerechtigd is zijn aansprakelijkheid te beperken. De vorming van dit fonds heeft dezelfde rechtsgevolgen als de vorming van een fonds door de eigenaar, doch in geval de eigenaar niet gerechtigd is zijn aansprakelijkheid te beperken ingevolge het bepaalde in artikel 5, tweede lid, blijven de rechten van de schuldeisers, voor zover zij niet uit het fonds bevredigd zijn, tegenover de eigenaar onverlet en treden die rechtsgevolgen alleen in ten aanzien van degene die het fonds vormde.