V-N 2023/21.22
Gerechten moeten aan derden informatie verstrekken over aanhangige civiele procedures
HR 21-04-2023, ECLI:NL:HR:2023:658, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 april 2023
- Magistraten
Kroeze, Sieburgh, Wattendorff, Salomons, Makkink
- Zaaknummer
22/00394
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS701050:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Overige rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:658, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑04‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:533, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑05‑2022
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de rechtbank opgave moet doen van de aanhangige procedures waarbij A partij is. Een uitzondering geldt daarbij voor zaken waarvoor niet het uitgangspunt van openbaarheid van de zitting geldt.
Samenvatting
Advocaat X verzoekt de griffier van Rechtbank Den Haag om hem te berichten of bij de rechtbank een of meer procedures aanhangig waren of zijn, waarbij A partij is of was. De griffier weigert om aan dit verzoek te voldoen. X komt hiertegen in verzet. De voorzieningenrechter in de Rechtbank Den Haag wijst X’ verzoek af om de griffier te gelasten alsnog opgave ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.