NJ 2010, 306
Verzoek vervolging bewindslieden wegens ambtsmisdrijven na Schipholbrand. Niet-ontvankelijkheid.
EHRM 29-09-2009, ECLI:NL:XX:2009:BK6015, m.nt. R.A. Lawson
- Instantie
Europees Hof voor de Rechten van de Mens
- Datum
29 september 2009
- Magistraten
J. Casadevall, E. Fura, C. Bîrsan, B.M. Zupančič, A. Gyulumyan, E. Myjer, L. López Guerra
- Zaaknummer
19221/08
- Noot
R.A. Lawson
- LJN
BK6015
- JCDI
JCDI:ADS127167:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Onbekend (V)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Staatsrecht / Rechtspraak
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:XX:2009:BK6015, Uitspraak, Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 29‑09‑2009
- Wetingang
EVRM art. 3
Essentie
Verzoek vervolging bewindslieden wegens ambtsmisdrijven na Schipholbrand. Niet-ontvankelijkheid.
Samenvatting
Na de Schipholbrand in de nacht van 26 op 27 oktober 2005 verzoeken de Liga voor de Rechten van de Mens en 30 individuele personen het Openbaar Ministerie strafvervolging in te stellen tegen de toenmalige minister van Justitie en de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie. Het Openbaar Ministerie acht zichzelf echter niet-ontvankelijk ten aanzien van vervolging van de bewindslieden, omdat de Kroon noch de Tweede Kamer last tot vervolging heeft gegeven (art. 119 Grondwet). Verzoekers dienen vervolgens een klaagschrift tegen niet-vervolging in bij het hof ’s-Gravenhage. Het hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.