De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/24.1:24.1 Art. 6:160 BW
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/24.1
24.1 Art. 6:160 BW
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS374340:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Om te bepalen in hoeverre de bestaande en toekomstige dwangsomvordering als onafhankelijke geldvordering gekwalificeerd kunnen worden, is ten slotte relevant om de mogelijkheid van kwijtschelding van deze beide vorderingen te bezien. Blijkens art. 6:160 BW gaat een verbintenis teniet door een overeenkomst van de schuldeiser met de schuldenaar, waarbij hij van zijn vorderingsrecht afstand doet. Met betrekking tot de dwangsom is in art. 6:160 BW geen bijzondere voorziening gegeven, zodat de vraag of de schuldeiser van de bestaande en toekomstige dwangsomvordering afstand kan doen nader onderzoek verdient.