Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 651/2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard
Artikel 12 Monitoring
Geldend
Geldend van 01-08-2021 tot 01-01-2027
- Bronpublicatie:
23-07-2021, PbEU 2021, L 270 (uitgifte: 29-07-2021, regelingnummer: 2021/1237)
- Inwerkingtreding
01-08-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-07-2021, PbEU 2021, L 270 (uitgifte: 29-07-2021, regelingnummer: 2021/1237)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Mededingingsrecht / Groepsvrijstellingen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Om de Commissie in staat te stellen de krachtens deze verordening van aanmelding vrijgestelde steun te monitoren, houden de lidstaten of, in het geval van steun toegekend aan projecten voor Europese territoriale samenwerking als bedoeld in artikel 20, de lidstaat waarin de managementautoriteit is gevestigd, gedetailleerde dossiers bij met de gegevens en bewijsstukken die nodig zijn om aan te tonen dat alle in deze verordening vastgestelde voorwaarden zijn vervuld. Deze dossiers worden bijgehouden gedurende tien jaar vanaf de datum waarop de ad-hocsteun werd toegekend of, in het geval van regelingen, de laatste steun is toegekend.
Deze eerste alinea is niet van toepassing op steun toegekend aan projecten voor Europese territoriale samenwerking als bedoeld in artikel 20 bis of aan projecten van operationele groepen van het Europees Partnerschap voor Innovatie voor productiviteit en duurzaamheid in de landbouw (EIP) en projecten voor vanuit de gemeenschap geleide lokale ontwikkeling (CLLD) als bedoeld in artikel 19 ter.
2.
In het geval van regelingen waarbij fiscale steun automatisch wordt toegekend (zoals regelingen op basis van belastingaangiften van de begunstigden) en waarbij er geen ex-ante-verificatie is of alle verenigbaarheidsvoorwaarden voor elke begunstigde zijn vervuld, verifiëren de lidstaten regelmatig, ten minste ex-post en op basis van een steekproef, of alle verenigbaarheidsvoorwaarden zijn vervuld, en trekken zij de nodige conclusies. De lidstaten houden gedetailleerde dossiers over de verificaties bij gedurende ten minste 10 jaar vanaf de datum van de controles.
3.
De Commissie kan van elke lidstaat alle gegevens en bewijsstukken verlangen die zij nodig acht om de toepassing van deze verordening te kunnen monitoren, met inbegrip van de in de leden 1 en 2 vermelde gegevens. De betrokken lidstaat verstrekt de Commissie de verlangde gegevens en bewijsstukken binnen een termijn van 20 werkdagen vanaf de ontvangst van het verzoek of binnen de in het verzoek vastgestelde langere termijn.