NJ 2016/422
Strafmotivering onbegrijpelijk gelet op LOVS-oriëntatiepunten.
HR 13-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2067
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 september 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/02015
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154106:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2067, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:889, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑11‑2015
- Wetingang
Art. 2 OPW; art. 359 lid 5 Sv
Essentie
Gelet op de LOVS-oriëntatiepunten voor de invoer van harddrugs, die een omrekenregel bevatten ten aanzien van in vloeistof of pillen vervatte drugs, is ’s hofs oordeel dat bij de strafoplegging ter zake van invoer van cocaïne in een fles shampoo, moet worden uitgegaan van het brutogewicht van de shampoo met cocaïne onbegrijpelijk.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Amsterdam van 13 september 2013, nummer 23/001297-12, in de strafzaak tegen: B. Adv.: R.T.A.G. Keller, te Tilburg.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 3.1; red.)