RBP 2019/47
Herstelarrest. Is er sprake van een kennelijke voor verbetering vatbare schrijffout?
HR 19-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:580
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 april 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
18/01971
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- JCDI
JCDI:ADS59138:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:580, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:159, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑02‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑05‑2018
- Wetingang
Art. 31 Rv
Essentie
Herstelarrest.
Is er sprake van een kennelijke voor verbetering vatbare schrijffout?
Samenvatting
VGZ en de curator van een gefailleerde zorgaanbieder strijden om de vraag of VGZ onder dwangsom verboden kan worden om declaraties te verrekenen met beweerdelijk onjuiste declaraties voor geboden zorg. Het hof wijst de daarop gerichte vorderingen toe. Het hof heeft daarbij in r.o. 5.13 (bis) geoordeeld dat het de dwangsom zou matigen, terwijl in het dictum juist een veelvoud van de gevorderde dwangsom is toegewezen. Het hof wijst daarop een herstelarrest en beslist daarin dat sprake is van een vergissing die zich leent voor eenvoudig herstel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.