FED 2011/69:De negatieve opbrengst uit het terbeschikkingstellen van vermogensbestanddelen van belanghebbende voor het jaar 2002 is bij de verliesvaststellingsbeschikking voor de inkomstenbelasting per abuis dubbel in aanmerking genomen. Dit verlies is verrekend met de positieve inkomens van de drie voorafgaande jaren en het volgende jaar. De inspecteur heeft deze fout gecorrigeerd door het opleggen van navorderingsaanslagen over die jaren, maar vergat daarbij een verliesherzieningsbeschikking voor het jaar 2002 te nemen. Ter zitting bij de rechtbank neemt de inspecteur, met instemming van belanghebbende, die beschikking alsnog, maar in hoger beroep voert belanghebbende aan dat de navorderingsaanslagen desondanks vernietigd moeten worden, omdat ze zijn opgelegd vóór de verliesherzieningsbeschikking en er dus geen grond voor navordering was. Anders dan het hof, oordeelt de Hoge Raad dat belanghebbendes instemming met het alsnog geven van de verliesherzieningsbeschikking moet worden verstaan als tevens een instemming met het schenden van de juiste volgorde van opleggen van de navorderingsaanslagen en het geven van de herzieningsbeschikking. De navorderingsaanslagen blijven in stand