Einde inhoudsopgave
Dienstenwet
Artikel 50 [Maatregel instantie andere lidstaat jegens Nederlandse dienstverrichter]
Geldend
Geldend vanaf 28-12-2009
- Bronpublicatie:
12-11-2009, Stb. 2009, 503 (uitgifte: 04-12-2009, kamerstukken: 31579)
- Inwerkingtreding
28-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-2009, Stb. 2009, 505 (uitgifte: 04-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Een bevoegde instantie die is betrokken bij een of meer eisen of vergunningstelsels als bedoeld in artikel 2, treft op verzoek van een bevoegde instantie uit een andere lidstaat maatregelen jegens een in Nederland gevestigde dienstverrichter indien:
- a.
het desbetreffende verzoek alle relevante informatie bevat over de betrokken dienstverrichter, zijn dienstverrichtingen en de omstandigheden ter zake;
- b.
de desbetreffende instantie bevoegd is om aan het verzoek te voldoen;
- c.
de verzochte maatregelen verband houden met de veiligheid van dienstverrichtingen in een andere lidstaat;
- d.
zij er voldoende van overtuigd is dat de aan het verzoek ten grondslag liggende feiten juist zijn.
2.
De bevoegde instantie stelt de instantie die het verzoek heeft gedaan en het in artikel 55 bedoelde contactpunt onverwijld in kennis van de genomen of voorgenomen maatregelen dan wel van de redenen waarom zij geen maatregelen treft.
3.
Op een kennisgeving aan de bevoegde instantie als bedoeld in het tweede lid is artikel 37, derde lid, van toepassing.