NJB 2019/2278
Omgaan Hoge Raad (mede) omwille van rechtseenheid. Rechterlijk overgangsrecht. Rechtszekerheidsbeginsel. Bewijsregels. Niet langer soepeler bewijskader indien sprake is van een boetebeschikking, met betrekking tot de omstandigheden die kunnen leiden tot verschoonbaarheid termijnoverschrijding. Afwijking van aanname in eerder arrest over de betekenis van artikel 6 EVRM. Gebruikelijk bewijskader voor gevallen waarin de ontvangst van een beschikking wordt ontkent, geldt voortaan ook voor boetebeschikking. Wel overgangsmaatregel in verband met rechtszekerheidsbeginsel
HR 05-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1102
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 juli 2019
- Magistraten
Mrs. Feteris, Koopman, Van Loon, Van Kalmthout en Faase
- Zaaknummer
18/01961
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Fiscaal procesrecht / Beroepsfase
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑07‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1102, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑07‑2019
- Wetingang
Essentie
Omgaan Hoge Raad (mede) omwille van rechtseenheid. Rechterlijk overgangsrecht. Rechtszekerheidsbeginsel. Bewijsregels. Niet langer soepeler bewijskader indien sprake is van een boetebeschikking, met betrekking tot de omstandigheden die kunnen leiden tot verschoonbaarheid termijnoverschrijding. Afwijking van aanname in eerder arrest over de betekenis van artikel 6 EVRM. Gebruikelijk bewijskader voor gevallen waarin de ontvangst van een beschikking wordt ontkent, geldt voortaan ook voor boetebeschikking. Wel overgangsmaatregel in verband met rechtszekerheidsbeginsel
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
‘2.1.2.
Bij brief van 1 oktober 2014, door de Inspecteur ontvangen op 2 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.