Einde inhoudsopgave
Verdrag inzake de internationale bescherming van volwassenen
Artikel 11
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2009
- Redactionele toelichting
De inwerkingtreding is afkomstig van de Verdragenbank op www.minbuza.nl.
- Bronpublicatie:
13-01-2000, Trb. 2008, 139 (uitgifte: 07-07-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-01-2000, Trb. 2008, 139 (uitgifte: 07-07-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
1.
Bij wijze van uitzondering zijn de autoriteiten van een Verdragsluitende Staat op het grondgebied waarvan de volwassene zich bevindt, bevoegd om ter bescherming van diens persoon tijdelijke maatregelen te nemen waarvan de territoriale werking beperkt is tot die Staat, voor zover dergelijke maatregelen verenigbaar zijn met maatregelen die reeds door de ingevolge de artikelen 5 tot en met 8 bevoegde autoriteiten zijn genomen en na daarvan mededeling te hebben gedaan aan de ingevolge artikel 5 bevoegde autoriteiten.
2.
De ingevolge het voorgaande lid genomen maatregelen ten aanzien van een volwassene die zijn gewone verblijfplaats heeft in een Verdragsluitende Staat, houden op van kracht te zijn zodra de ingevolge de artikelen 5 tot en met 8 bevoegde autoriteiten zich hebben uitgesproken over de door de omstandigheden mogelijk vereiste maatregelen.