Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) nr. 1073/2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels voor toegang tot de internationale markt voor touringcar- en autobusdiensten en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 561/2006
Artikel 23 Sancties van de lidstaat van ontvangst
Geldend
Geldend vanaf 04-12-2009
- Bronpublicatie:
21-10-2009, PbEU 2009, L 300 (uitgifte: 14-11-2009, regelingnummer: 1073/2009)
- Inwerkingtreding
04-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-10-2009, PbEU 2009, L 300 (uitgifte: 14-11-2009, regelingnummer: 1073/2009)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Wanneer de bevoegde instanties van een lidstaat kennis nemen van een ernstige inbreuk op deze verordening of op de communautaire wetgeving inzake vervoer over de weg die aan een niet-ingezeten vervoerder toe te schrijven zijn, geeft de lidstaat op wiens grondgebied de inbreuk is vastgesteld, zo spoedig mogelijk en uiterlijk zes weken na kennis te hebben genomen van de inbreuk de volgende informatie door aan de bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging van de vervoerder:
- a)
een beschrijving van de inbreuk en de datum en het tijdstip waarop deze werd gepleegd;
- b)
de categorie, het type en de ernst van de inbreuk, en
- c)
de opgelegde sancties en de uitgevoerde sancties.
De bevoegde instanties van de lidstaat van ontvangst kunnen de bevoegde instanties van de lidstaat van vestiging verzoeken overeenkomstig artikel 22 bestuursrechtelijke sancties op te leggen.
2.
Onverminderd strafvervolgingen mag de bevoegde instantie van de lidstaat van ontvangst sancties treffen tegen de niet aldaar gevestigde vervoerder die bij cabotagevervoer op het grondgebied van die lidstaat inbreuken op deze verordening of op de communautaire en nationale wegvervoersvoorschriften heeft gepleegd. De sancties worden op niet-discriminerende basis opgelegd en kunnen met name bestaan in een waarschuwing of, in geval van een ernstige inbreuk, in een tijdelijk verbod op het verrichten van cabotage op het grondgebied van de lidstaat van ontvangst waar de inbreuk is gepleegd.
3.
De lidstaten waarborgen dat de vervoerders beroep in rechte kunnen instellen tegen alle bestuursrechtelijke sancties die hun overeenkomstig dit artikel worden opgelegd.