Rb. Utrecht, 18-08-2010, nr. 16-601346-07
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN7635
- Instantie
Rechtbank Utrecht
- Datum
18-08-2010
- Zaaknummer
16-601346-07
- LJN
BN7635
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN7635, Uitspraak, Rechtbank Utrecht, 18‑08‑2010; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 18‑08‑2010
Inhoudsindicatie
Bezwaarschrift omzetting taakstraf ex art 22g lid 3 Sr. Veroordeelde niet ontvankelijk verklaard.
Partij(en)
RECHTBANK UTRECHT
Parketnummer: 16-601346-07
Beslissing op het bezwaarschrift omzetting taakstraf ex artikel 22g lid 3 van het wetboek van strafrecht.
Beslissing op het bezwaarschrift omzetting taakstraf in de zaak van de officier van justitie onder het hierboven genoemde parketnummer tegen:
[verdachte],
geboren op [1981] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
thans gedetineerd in PI Arnhem - HvB Arnhem Zuid.
Raadsman: mr. M. ’t Sas, advocaat te Wijk bij Duurstede.
- 1.
De procedure.
De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
- -
het bezwaarschrift van 28 september 2009;
- -
het vonnis van de meervoudige kamer voor strafzaken van deze rechtbank van 29 januari 2008, waarbij veroordeelde onder meer is veroordeeld tot een werkstraf van 80 uren subsidiair 40 dagen hechtenis;
- -
de kennisgeving van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis;
- -
de processen-verbaal van het onderzoek op de terechtzittingen van 6 oktober 2009, 7 januari 2010 en 4 augustus 2010;
- -
de beslissing van de rechtbank van 21 januari 2010;
- -
de overige stukken.
De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten tijdens het onderzoek op voornoemde terechtzittingen kenbaar gemaakt. De veroordeelde is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet op de terechtzittingen van 7 januari 2010 en 4 augustus 2010 verschenen. Veroordeelde is gehoord op de terechtzitting van 6 oktober 2009.
- 2.
De beoordeling.
Uit een rapportage van de reclassering van 12 mei 2009 blijkt dat veroordeelde 4 uren van de opgelegde 80 uren werkstraf heeft verricht en dat hij nog een restant van 76 uren werkstraf dient te verrichten. Bij de rechtbank is op 28 juli 2010 binnengekomen een faxbericht, inhoudende een registratiekaart van het Centraal Justitieel Incasso Bureau. Blijkens deze registratiekaart heeft veroordeelde in verband met het parketnummer 16-601346-07 gedurende de periode van 26 september 2009 tot en met 3 november 2009 vervangende hechtenis uitgezeten. Voornoemde periode bedraagt 38 dagen, hetgeen omgerekend neerkomt op 76 uren werkstraf. Nu veroordeelde de vervangende hechtenis reeds heeft uitgezeten, zal de rechtbank het bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaren wegens het ontbreken van enig rechtens te respecteren belang.
- 3.
De beslissing.
De rechtbank verklaart veroordeelde niet ontvankelijk.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.M. Bruins, voorzitter, mr. N.E.M. Kranenbroek en mr. H.A. Brouwer, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. J.M.T. Bouwman-Everhardus en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 18 augustus 2010.
Mr. N.E.M. Kranenbroek is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.