NJB 2020/1258
Aan de voorwaarden voor toepassing van een wijzigingsbevoegdheid is niet voldaan, maar er was wel een aan het college van burgemeester en wethouders toe te rekenen toezegging gedaan dat medewerking zou verleend aan de verzochte wijziging. Het college heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat zwaarder wegende belangen in de weg stonden aan het vaststellen van een wijzigingsplan. Het had echter moeten onderzoeken of niet tegelijk met de afwijzing van de aanvraag ook aanleiding bestond mogelijke schade te vergoeden die appellant heeft geleden, omdat hij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de juistheid van de gedane toezegging
ABRvS 22-04-2020, ECLI:NL:RVS:2020:1128
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
22 april 2020
- Magistraten
Mr. Verburg
- Zaaknummer
201810119/1/R3
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
Ruimtelijk bestuursrecht / Procedure bestemmingsplan
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2020:1128, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 22‑04‑2020
- Wetingang
Essentie
Aan de voorwaarden voor toepassing van een wijzigingsbevoegdheid is niet voldaan, maar er was wel een aan het college van burgemeester en wethouders toe te rekenen toezegging gedaan dat medewerking zou verleend aan de verzochte wijziging. Het college heeft zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat zwaarder wegende belangen in de weg stonden aan het vaststellen van een wijzigingsplan. Het had echter moeten onderzoeken of niet tegelijk met de afwijzing van de aanvraag ook aanleiding bestond mogelijke schade te vergoeden die appellant heeft geleden, omdat hij gerechtvaardigd heeft vertrouwd op de juistheid van de gedane toezegging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.