Rijkswet overgangsbepalingen verkrijgen hoedanigheid van land in Koninkrijk door Aruba
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 09-07-1985
- Bronpublicatie:
20-06-1985, Stb. 1985, 370 (uitgifte: 05-07-1985, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 18827 Overheid.nl: 18827)
- Inwerkingtreding
09-07-1985
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-07-1985, Stb. 1985, 388 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Wetgeving
1.
De voor de Nederlandse Antillen bij landsverordening en voor Aruba bij eilandsverordening goedgekeurde ontwerpregeling strekkende tot samenwerking tussen de Nederlandse Antillen en Aruba verkrijgt op het tijdstip van inwerkingtreding van de rijkswet, bedoeld in artikel 1, eerste lid, de staat van onderlinge regeling in de zin van artikel 38 van het Statuut voor het Koninkrijk, indien:
- a.
dit ontwerp met overeenkomstige toepassing van het bepaalde in artikel 55, tweede lid, derde, vierde en vijfde volzin, van het Statuut door de Staten van de Nederlandse Antillen, en door de eilandsraad van Aruba met ten minste twee derden der uitgebrachte stemmen, is aanvaard,
- b.
het gevoelen van de regering van het Koninkrijk is ingewonnen voordat het ontwerp aan de Staten van de Nederlandse Antillen en aan de eilandsraad van Aruba werd aangeboden, en
- c.
de regering van het Koninkrijk met het door de Staten van de Nederlandse Antillen en de eilandsraad van Aruba goedgekeurde ontwerp heeft ingestemd.
2.
Wordt de in het eerste lid, onder a, bedoelde meerderheid in de eilandsraad van Aruba niet verkegen[lees: verkregen], dan wordt de eilandsraad door de gezaghebber ontbonden. Het besluit tot ontbinding behelst de uitschrijving van de verkiezing van een nieuwe eilandsraad binnen twee maanden en de bijeenroeping van de nieuw gekozen eilandsraad binnen drie maanden.
3.
De nieuw gekozen eilandsraad beslist over het ontwerp bij volstrekte meerderheid der uitgebrachte stemmen.