Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 2:99 [Vergunningeisen]
Geldend
Geldend vanaf 03-01-2018
- Bronpublicatie:
20-12-2017, Stb. 2017, 512 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken: 34583)
- Inwerkingtreding
03-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2017, Stb. 2017, 514 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in artikel 2:96, indien de aanvrager met zetel in Nederland of de aanvrager met zetel in een staat die geen lidstaat is die voornemens is om in Nederland beleggingsactiviteiten te verrichten aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
- a.
artikel 4:9, eerste lid, met betrekking tot de geschiktheid van de in dat artikel bedoelde personen;
- b.
artikel 4.9.0a, eerste lid, met betrekking tot de samenstelling en het functioneren van het bestuur en het orgaan dat is belast met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;
- c.
artikel 4:10 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel bedoelde personen;
- d.
artikel 4:11, eerste en derde lid, met betrekking tot het beleid inzake de integere bedrijfsuitoefening;
- e.
artikel 4:83, eerste lid, met betrekking tot het minimum aantal personen dat het dagelijkse beleid bepaalt en ingevolge artikel 4:84 met betrekking tot de plaats van waaruit zij hun werkzaamheden verrichten;
- f.
artikel 4:13, eerste en tweede lid, met betrekking tot de zeggenschapsstructuur;
- g.
artikel 4:14, eerste en tweede lid, met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering;
- h.
artikel 4:87 met betrekking tot het treffen van adequate maatregelen ter bescherming van de rechten van cliënten;
- i.
artikel 4:88 met betrekking tot het voeren van een adequaat beleid ter zake van het voorkomen van de in dat artikel bedoelde belangenconflicten;
- j.
artikel 3:53, eerste en derde lid, met betrekking tot het minimum eigen vermogen;
- k.
artikel 3:57, eerste en tweede lid, met betrekking tot de solvabiliteit;
- l.
artikel 4:91a met betrekking tot de regels die gelden voor het handelsproces en de afhandeling van transacties in een multilaterale handelsfaciliteit indien de aanvrager voornemens is een multilaterale handelsfaciliteit te exploiteren;
- m.
artikel 4:87a met betrekking tot de administratie van het derivatenvermogen.
2.
Ingeval een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in artikel 3:95 wordt gehouden in de beleggingsonderneming, verleent de Autoriteit Financiële Markten, onverminderd het eerste lid, een vergunning indien de houder van de gekwalificeerde deelneming in de beleggingsonderneming voldoet aan artikel 3:95, tweede lid, en de Nederlandsche Bank van oordeel is dat voldaan is aan het bepaalde ingevolge de artikelen 3:99 tot en met 3:101 met betrekking tot de verklaring van geen bezwaar.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid.
4.
Indien de aanvraag betrekking heeft op het verlenen van de beleggingsdienst, bedoeld in onderdeel b van de definitie van verlenen van een beleggingsdienst in artikel 1:1 en op het verrichten van de beleggingsactiviteit, bedoeld in onderdeel a van de definitie van verrichten van een beleggingsactiviteit in dat artikel en de aanvrager tevens voornemens is het bedrijf van beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling uit te oefenen met betrekking tot transacties in aandelen die tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, meldt hij dat voornemen bij de aanvraag.
5.
Indien de beleggingsonderneming voornemens is nevendiensten te verlenen, meldt zij dat voornemen bij de aanvraag.
6.
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van de eisen, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel c, met betrekking tot het derde lid van artikel 4:11, d, met betrekking tot het eerste lid van artikel 4:83, eerste lid, f, met betrekking tot het tweede lid van artikel 4:14, of onderdeel h, met betrekking tot het derde lid van artikel 4:88.