Einde inhoudsopgave
Overleveringswet
Artikel 45 [Verklaring]
Geldend
Geldend vanaf 13-07-2019
- Bronpublicatie:
10-07-2019, Stb. 2019, 259 (uitgifte: 12-07-2019, kamerstukken: 35224)
- Inwerkingtreding
13-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2019, Stb. 2019, 259 (uitgifte: 12-07-2019, kamerstukken: 35224)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
1.
Bij of in een Europees aanhoudingsbevel dient door de uitvaardigende rechter-commissaris te worden verklaard:
- a.
indien de opgeëiste persoon een onderdaan is van de uitvoerende lidstaat, dat, zo hij ter zake van de feiten waarvoor de overlevering kan worden toegestaan in Nederland tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf wordt veroordeeld, hij deze straf in de uitvoerende lidstaat zal mogen ondergaan;
- b.
indien het strafbare feit dat aan het Europees aanhoudingsbevel ten grondslag ligt, is bedreigd met een levenslange vrijheidsstraf dat, in voorkomend geval, naar Nederlands recht de mogelijkheid bestaat van de toepassing van gratie op de opgelegde straf of maatregel.
2.
Aan een verklaring, bedoeld in het eerste lid, is iedere persoon of instantie die in Nederland is belast met een publieke taak, gebonden.