Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2002/87/EG betreffende het aanvullende toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat en tot wijziging van de Richtlijnen 73/239/EEG, 79/267/EEG, 92/49/EEG, 92/96/EEG, 93/6/EEG en 93/22/EEG van de Raad en van de Richtlijnen 98/78/EG en 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad
Artikel 21 bis Technische normen
Geldend
Geldend vanaf 17-07-2013
- Bronpublicatie:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 2013/36/EU)
- Inwerkingtreding
17-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2013, PbEU 2013, L 176 (uitgifte: 27-06-2013, regelingnummer: 2013/36/EU)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Om een consequente harmonisatie van deze richtlijn te garanderen, kunnen de ESA, overeenkomstig artikel 56 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 ontwerpen van technische reguleringsnormen opstellen met betrekking tot:
- a)
artikel 2, lid 11, om de toepassing van artikel 17 van Richtlijn 78/660/EEG van de Raad in de context van deze richtlijn nader te bepalen;
- b)
artikel 2, lid 17, om de procedures voor de aanwijzing van de ‘relevante bevoegde autoriteiten’ vast te stellen of de criteria daarvoor nader te bepalen;
- c)
artikel 3, lid 5, om de alternatieve parameters voor de identificatie van een financieel conglomeraat nader te bepalen;
- d)
artikel 6, lid 2, teneinde uniformiteit te verzekeren van het model (met instructies) voor, en de frequenties en, waar zulks van toepassing is, de data voor rapportering te bepalen.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de in de artikelen 10 tot 14 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde procedure.
1 bis.
Om een consistente toepassing van de artikelen 2, 7 en 8 en van bijlage II te waarborgen kunnen de ESA via het Gemengd Comité, een ontwerp voor bindende technische normen opstellen om tot een preciezere formulering te komen van de definities zoals opgenomen in artikel 2 en ter coördinatie van de bepalingen die worden vastgesteld op grond van de artikelen 7 en 8 en bijlage II.
Het Gemengd Comité legt dit ontwerp voor bindende technische normen uiterlijk op 1 januari 2015 aan de Commissie voor.
De bevoegdheid om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen in overeenstemming met de in de artikelen 10 tot en met 14 van respectievelijk de Verordening (EU) nr. 1093/2010, Verordening (EU) nr. 1094/2010 en Verordening (EU) nr. 1095/2010 bedoelde procedure, wordt aan de Commissie toegekend.
2.
Om eenvormige voorwaarden voor de toepassing van deze richtlijn te garanderen, kunnen de ESA, overeenkomstig artikel 56 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010 ontwerpen van technische uitvoeringsnormen opstellen met betrekking tot:
- a)
vervallen;
- b)
artikel 7, lid 2, om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de procedures voor het opnemen van elementen in het toepassingsgebied van de definitie van onder superviserende controle staande ‘risicoconcentraties’ als bedoeld in de tweede alinea van artikel 7, lid 2;
- c)
artikel 8, lid 2, om te zorgen voor eenvormige voorwaarden voor de toepassing van de procedures voor het opnemen van elementen in het toepassingsgebied van de definitie van onder superviserende controle staande ‘intragroeptransacties’ als bedoeld in de derde alinea van artikel 8, lid 2.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde van technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 13 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, van Verordening (EU) nr. 1094/2010 en van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
3.
Om een consistente toepassing van de in bijlage I, deel II, van deze richtlijn juncto artikel 49, lid 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 en artikel 228, lid 1, van Richtlijn 2009/138/EG beschreven berekeningsmethoden te garanderen, stellen de Europese toezichthoudende autoriteiten, onverminderd artikel 6, lid 4, van de onderhavige richtlijn, via het gemengd comité ontwerpen op van technische reguleringsnormen met betrekking tot artikel 6, lid 2, van deze richtlijn.
De Europese toezichthoudende autoriteiten leggen die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk vijf maanden vóór de in artikel 309, lid 1, van Richtlijn 2009/138/EG bedoelde toepassingsdatum aan de Commissie voor.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van respectievelijk Verordening (EU) nr. 1093/2010, Verordening (EU) nr. 1094/2010 en Verordening (EU) nr. 1095/2010.