Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies
Artikel 2.9 Indienen van de aanvraag tot subsidieverlening
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2017
- Bronpublicatie:
19-12-2016, Stcrt. 2016, 70938 (uitgifte: 22-12-2016, regelingnummer: WJZ / 16102042)
- Inwerkingtreding
01-03-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2016, Stcrt. 2016, 70938 (uitgifte: 22-12-2016, regelingnummer: WJZ / 16102042)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Een aanvraag tot subsidieverlening wordt ingediend met gebruikmaking van een middel, dat door de minister beschikbaar wordt gesteld.
2.
Bij een aanvraag tot subsidieverlening wordt in voorkomend geval mededeling gedaan van andere inkomsten, waaronder subsidies, waarmee de activiteit waarop de subsidie betrekking heeft wordt of zal worden gefinancierd.
3.
Een aanvraag tot subsidieverlening bevat in ieder geval gegevens over:
- a.
de subsidieaanvrager, waaronder naam van de natuurlijke persoon, rechtspersoon of publieke instelling, adres en rekeningnummer;
- b.
voor zover van toepassing gegevens over de netto-inkomsten als bedoeld in de artikelen 61 of 65, achtste lid, van verordening 1303/2013.
4.
Een aanvraag tot subsidieverlening voor een project gaat vergezeld van een projectplan, waarin ten minste zijn opgenomen:
- a.
een beschrijving van het project, waaronder:
- 1°
de doelstellingen;
- 2°
een probleemanalyse waaruit onder andere de noodzaak van het project en de ter uitvoering daarvan te maken kosten blijken;
- 3°
de activiteiten en wijze van uitvoering daarvan;
- 4°
voor zover van toepassing een overzicht van de aan het samenwerkingsverband deelnemende partijen en de verdeling van verantwoordelijkheden, bevoegdheden en financiële verplichtingen van de deelnemers, alsmede een bewijsstuk waaruit blijkt dat de penvoerder bevoegd is om namens de deelnemers aan het samenwerkingsverband te handelen;
- b.
informatie waaruit blijkt in hoeverre het project bijdraagt aan de doeleinden waarvoor subsidie wordt verstrekt;
- c.
een sluitende begroting voor het project, die een meerjarenbegroting is met liquiditeitsplanning per jaar voor zover het project langer dan een jaar duurt, met een toelichting daarop;
- d.
criteria voor het toetsen van de resultaten van het project;
- e.
de verwachte realisatietermijn, met een beschrijving van het tijdpad en mijlpalen indien de termijn langer dan een jaar is.
5.
Indien aanvragers van subsidie samenwerken in een samenwerkingsverband, dient de penvoerder een aanvraag in.