Einde inhoudsopgave
Invoeringswet Omgevingswet
Artikel 4.111 (ruimtelijke aanwijzing door het Rijk)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-02-2020, Stb. 2020, 172 (uitgifte: 17-06-2020, kamerstukken: 34986)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Justitie en Veiligheid
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Een aanwijzing als bedoeld in artikel 4.4, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening die voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet van kracht is en ter uitvoering waarvan nog geen ontwerpbestemmingsplan ter inzage is gelegd, geldt als een instructie als bedoeld in artikel 2.34, eerste lid, en tweede lid, onder c, van de Omgevingswet.
2.
Een aanwijzing als bedoeld in artikel 4.4, eerste lid, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening die voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet van kracht is en ter uitvoering waarvan nog geen ontwerpbesluit tot vaststelling of wijziging van een verordening als bedoeld in artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening ter inzage is gelegd, geldt als een instructie als bedoeld in artikel 2.34, eerste lid, en tweede lid, onder a, van de Omgevingswet.