Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2022/2472 waarbij bepaalde categorieën steun in de landbouw- en de bosbouwsector en in plattelandsgebieden op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met de interne markt verenigbaar worden verklaard
Artikel 17 Steun voor investeringen in verband met de verwerking of de afzet van landbouwproducten
Geldend
Geldend vanaf 13-12-2023
- Bronpublicatie:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2607 (uitgifte: 23-11-2023, regelingnummer: 2023/2607)
- Inwerkingtreding
13-12-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-11-2023, PbEU L 2023, 2023/2607 (uitgifte: 23-11-2023, regelingnummer: 2023/2607)
- Vakgebied(en)
Staatssteun (V)
1.
Steun voor investeringen in verband met de verwerking of de afzet van landbouwproducten is verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, punt c), van het Verdrag en vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag als wordt voldaan aan dit artikel en aan hoofdstuk I van deze verordening.
2.
De investering moet betrekking hebben op materiële of immateriële activa in verband met de verwerking of de afzet van landbouwproducten.
3.
Investeringen in de productie van biobrandstoffen op basis van voedingsgewassen komen niet in aanmerking voor steun op grond van dit artikel.
4.
Steun voor investeringen waarvoor krachtens Richtlijn 2011/92/EU een milieueffectbeoordeling moet worden uitgevoerd, mag slechts worden toegekend op voorwaarde dat die beoordeling is uitgevoerd en de vergunning voor het betrokken investeringsproject is verleend vóór de datum van de toekenning van de individuele steun.
5.
De steun dekt de volgende in aanmerking komende kosten:
- a)
de kosten van de bouw, verwerving, inclusief leasing, of verbetering van onroerende goederen, met inbegrip van investeringen in passieve binnenhuisbekabeling of gestructureerde bekabeling voor datanetwerken en, indien nodig, de randuitrusting van het passieve netwerk op het particuliere terrein buiten het gebouw, waarbij de aankoop van grond slechts in aanmerking komt voor een bedrag dat niet hoger is dan 10 % van het totaal van de in aanmerking komende kosten van de betrokken verrichting;
- b)
de kosten van de koop of huurkoop van machines en uitrusting, tot maximaal de marktwaarde van de activa;
- c)
algemene kosten in verband met de in de punten a) en b) bedoelde uitgaven, zoals voor het inschakelen van architecten, ingenieurs en adviseurs, advies over duurzaamheid op milieu- en economisch gebied, met inbegrip van het uitvoeren van haalbaarheidsstudies; haalbaarheidsstudies blijven in aanmerking komen, zelfs wanneer op basis van de resultaten daarvan geen uitgaven uit hoofde van de punten a) en b) worden verricht;
- d)
de kosten van aankoop, ontwikkeling of gebruik van computersoftware, cloudoplossingen of soortgelijke oplossingen en van de verwerving van octrooien, licenties, auteursrechten en handelsmerken.
6.
Andere dan de in lid 5, punten a) en b), bedoelde kosten in verband met een leasingcontract, zoals de marge voor de leasinggever, kosten van de herfinanciering van rente, overheadkosten en verzekeringspremies worden niet als in aanmerking komende kosten beschouwd.
7.
Werkkapitaal wordt niet beschouwd als in aanmerking komende kosten.
8.
Kosten van bedrading of bekabeling voor datanetwerken buiten het particuliere eigendom worden niet beschouwd als in aanmerking komende kosten.
9.
Er mag geen steun worden toegekend voor investeringen om aan de geldende Unie- of nationale normen te voldoen.
10.
De in lid 1 bedoelde steun mag niet worden toegekend in strijd met de in Verordening (EU) nr. 1308/2013 vastgestelde verboden of beperkingen, ook niet wanneer die verboden of beperkingen uitsluitend betrekking hebben op steun van de Unie waarin die verordening voorziet.
11.
De steunintensiteit bedraagt ten hoogste 65 %, behalve in de gevallen als vermeld in lid 12.
12.
De steunintensiteit kan tot maximaal 80 % worden verhoogd voor de volgende investeringen:
- a)
investeringen die verband houden met een of meer specifieke milieu- en klimaatgerelateerde doelstellingen als vermeld in artikel 14, lid 3, punten e), f) en g), of met een verbetering van het dierenwelzijn;
- b)
investeringen door jonge landbouwers;
- c)
investeringen in de ultraperifere gebieden of de kleinere eilanden in de Egeïsche Zee.