NJB 2022/417
Bewijsmotivering: als het gaat om feiten of omstandigheden die door de rechter redengevend worden geacht voor de bewezenverklaring, dient de rechter die zich zo − al dan niet in reactie op een bewijsverweer − beroept op bepaalde gegevens die niet in de bewijsmiddelen zijn vermeld, met voldoende mate van nauwkeurigheid in zijn overweging a) die feiten of omstandigheden aan te duiden, en b) het wettige bewijsmiddel aan te geven waaraan die feiten of omstandigheden zijn ontleend. In casu heeft het hof gegevens die het redengevend heeft geacht voor de bewezenverklaring echter niet in de bewijsmiddelen vermeld terwijl het hof in zijn overweging ook niet met voldoende mate van nauwkeurigheid het wettige bewijsmiddel heeft aangegeven waaraan het die feiten of omstandigheden heeft ontleend.
HR 01-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:107
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 februari 2022
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.J. Borgers
- Zaaknummer
20/03140
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:107, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:891, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑10‑2021
- Wetingang
(art. 359 Sv)
Essentie
Bewijsmotivering: als het gaat om feiten of omstandigheden die door de rechter redengevend worden geacht voor de bewezenverklaring, dient de rechter die zich zo − al dan niet in reactie op een bewijsverweer − beroept op bepaalde gegevens die niet in de bewijsmiddelen zijn vermeld, met voldoende mate van nauwkeurigheid in zijn overweging a) die feiten of omstandigheden aan te duiden, en b) het wettige bewijsmiddel aan te geven waaraan die feiten of omstandigheden zijn ontleend. In casu heeft het hof gegevens die het redengevend heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.