NJB 2019/1673
Onbevoegde rechter-plaatsvervanger? Er is geen steun in het recht – in het bijzonder ook niet in art. 44 Wrra – voor de opvatting dat de omstandigheid in casu dat betrokkene ten tijde van de berechting in eerste aanleg door zijn inschrijving op het tableau van advocaten een met zijn rechterlijk ambt absoluut onverenigbare nevenbetrekking vervulde en dat dit tot gevolg heeft dat daardoor aan de samenstelling van de Rechtbank een gebrek kleefde dat tot vernietiging van de uitspraak en terugwijzing van de zaak naar de Rechtbank diende te leiden
HR 02-07-2019, ECLI:NL:HR:2019:1062
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
2 juli 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma en A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
18/01785
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Advocaat
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1062, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 02‑07‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:465, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑05‑2019
- Wetingang
(art. 3:166, 3:171, 6:15 BW)
Essentie
Onbevoegde rechter-plaatsvervanger? Er is geen steun in het recht – in het bijzonder ook niet in art. 44 Wrra – voor de opvatting dat de omstandigheid in casu dat betrokkene ten tijde van de berechting in eerste aanleg door zijn inschrijving op het tableau van advocaten een met zijn rechterlijk ambt absoluut onverenigbare nevenbetrekking vervulde en dat dit tot gevolg heeft dat daardoor aan de samenstelling van de Rechtbank een gebrek kleefde dat tot vernietiging van de uitspraak en terugwijzing van de zaak naar de Rechtbank diende te leiden
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – ‘opzettelijk een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.