Einde inhoudsopgave
Besluit Onderlinge overlegprocedures
1.4 Beschrijving van de onderlinge overlegprocedure
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
15-11-2021, Stcrt. 2021, 47634 (uitgifte: 09-12-2021, regelingnummer: 2021-0000226675)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-11-2021, Stcrt. 2021, 47634 (uitgifte: 09-12-2021, regelingnummer: 2021-0000226675)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
Europees belastingrecht / Algemeen
De onderlinge overlegprocedure is een procedure tussen twee (in een enkel geval meerdere) staten waarbij de bevoegde autoriteiten van die staten zich inspannen om tot een gezamenlijke oplossing te komen voor een situatie waarin sprake is van belastingheffing die niet in overeenstemming is met het toepasselijke (belasting)verdrag. In Nederland voert het MAP-team Belastingdienst de taak van bevoegde autoriteit uit. De procedure kan op basis van verschillende grondslagen worden opgestart. In hoofdstuk 2 worden deze grondslagen besproken.
Een onderlinge overlegprocedure kan op verzoek van een belanghebbende in gang worden gezet. Dit kan ook naast de inzet van nationale rechtsmiddelen. Over de samenloop tussen de onderlinge overlegprocedure en nationale rechtsmiddelen kan in hoofdstuk 3 meer informatie worden gevonden. In dat hoofdstuk worden ook de eisen besproken waaraan een verzoek om een onderlinge overlegprocedure te starten moet voldoen. Een kenmerk van de onderlinge overlegprocedure is dat deze een inspanningsverplichting in het leven roept voor de betrokken bevoegde autoriteiten om tot een oplossing te komen als het verzoek in behandeling wordt genomen en een unilaterale oplossing niet mogelijk is. Op deze beoordeling wordt in hoofdstuk 4 nader ingegaan. De insteek van de Nederlandse bevoegde autoriteit is om procedures op een zo efficiënt en effectief mogelijke wijze te voeren en belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van een belastingverdrag weg te nemen. Daarbij is het streven om de procedures binnen een termijn van twee jaar af te ronden. De kans dat een onderlinge overlegprocedure binnen deze termijn wordt afgerond, wordt echter mede bepaald door de opstelling van de andere betrokken bevoegde autoriteit(en) en ook van de medewerking van de belastingplichtige. De mogelijkheid van verplichte en bindende arbitrage zal bijdragen aan het tijdig afronden van een onderlinge overlegprocedure. In hoofdstuk 5 wordt het (indicatieve) verloop van de procedure uitgelegd. Als de bevoegde autoriteiten overeenstemming bereiken over de oplossing van de voorgelegde kwestie, wordt deze voorgelegd aan de belanghebbende. Deze kan kiezen om die oplossing te accepteren of te verwerpen. Als de uitkomst wordt geaccepteerd, zorgen de bevoegde autoriteiten voor de implementatie hiervan. Over de uitkomst en implementatie kan in hoofdstuk 6 meer informatie worden gevonden.
Steeds meer regelingen kennen de mogelijkheid van verplichte en bindende arbitrage. Arbitrage biedt aan belastingplichtigen zekerheid dat belastingheffing in strijd met het (belasting)verdrag door de bevoegde autoriteiten wordt weggenomen. Dit besluit bevat in hoofdstuk 7 een korte uitleg over de verschillende arbitrageregelingen. Gelet op de variatie aan voorwaarden en procedureregels in deze regelingen, worden deze voorwaarden en procedureregels in dit besluit niet uitputtend behandeld.