Einde inhoudsopgave
Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek BES, tweede gedeelte
Artikel 8
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Landsverordening van 15 maart 2001, houdende het overgangsrecht ter zake van de wijzigingen die in de bestaande wetgeving in verband met de invoering van het nieuwe Burgerlijk Wetboek worden aangebracht, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
14-09-2010, Stb. 2010, 509 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
1.
De bepalingen van de Onteigeningsverordening, zoals die luidden vóór het tijdstip van het in werking treden der wet, blijven van toepassing op rechtsvorderingen tot onteigening die vóór dat tijdstip zijn aangevangen.
2.
De onteigenende partij is niettemin bevoegd van haar rechtsvordering afstand te doen, zolang nog in hoger beroep geen vonnis is gewezen, en een nieuwe rechtsvordering overeenkomstig de wet in te stellen. In dat geval moet zij alle kosten, door de wederpartij tot op het doen van de afstand gemaakt, daaronder begrepen een door de rechter te bepalen bedrag voor salaris en noodzakelijke voorschotten van de gemachtigde van de wederpartij, betalen.
3.
Zij kan tot die betaling worden genoodzaakt op het enkele bevelschrift van de rechter in eerste aanleg, gesteld aan de voet van de door de wederpartij opgemaakte staat van kosten.
4.
Dit bevelschrift is uitvoerbaar bij voorraad.