FJR 2021/4.8
Kroniek IPR/internationaal familierecht, zie FJR 2021/4
HR 10-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1265
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 juli 2020
- Zaaknummer
19/01794
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Familieprocesrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1265, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:320, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑04‑2020
Essentie
Kroniek IPR/internationaal familierecht, zie FJR 2021/4
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 19/01794
Datum 10 juli 2020
ARREST
In de zaak van
[de moeder], wonende te [woonplaats], België,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
hierna: de moeder,
advocaat: aanvankelijk S. Kousedghi en thans H.J.W. Alt,
tegen
[de vader], wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie, eiser in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
hierna: de vader,
advocaat: J. van Duijvendijk-Brand.